7301
gelid kunnen komen. Het is wellicht niet prettig om daaraan
herinnerd te worden, maar het is niettemin een harde wer
kelijkheid, dat de maatschappelijke ontwikkeling gedreven
wordt in een richting, waarbij de oudedagsverzorging in
eigen hand schier onmogelijk wordt gemaakt; de fiscus, naast
de sociale maatregelen, draagt daartoe hef zijne bij; of wij
het prettig vinden of niet, met die ontwikkeling zullen wij
hebben rekening te houden en zulks temeer, nu het boeren-
leenapparaaf tot zijn huidige ontwikkeling is uitgegroeid en
voldoende sappen moet krijgen toegevoerd om zijn wijd
vertakte organisatie te kunnen blijven dragen. Zouden de
spaarpenningen in een verdere toekomst uitblijven of minder
gaan vloeien men zij realistisch genoeg om daarmede re
kening te houden dan moet er zijn de kurk van het beta
lingsverkeer, waarop de boerenleenbank kan blijven drijven.
Daarbij is het voorwaar geen kleinigheid, indien men be
denkt, dat alleen aan premies voor de verzekering van land
arbeiders per jaar door het Bedrijfspensioenfonds rond 35
millioen zal moeten worden geïnd en voorshands voor het
grootste deel ook zal moeten worden belegd, waarbij een
harmonische afstemming op de credief- en voorschoiverle-
riende taak van de boerenleenbank niet minder als een drin
gende eis moet worden beschouwd.
Na het vorenstaande behoeft het weinig betoog, dat hef
bedrijfspensioenfonds en de boerenleenbankorganisatie op
samenwerking zijn aangewezen in het waarachtig belang van
boer en tuinder, op de wijze, zoals zulks nu is voorgenomen
op het stuk van de premie-inning en de pensioenbefaling.
Daarbij is hef onze wens, dat deze samenwerking, niet in het
minst door de goede geest van allen, die daarbij zijn betrok
ken, moge strekken tot de bloei van beide nauw aan elkaar
verwante sociale instellingen.
DE VIERING VAN HET GOUDEN JUBILEUM
DER COÖPERATIEVE CENTRALE BOERENLEENBANK.
Slechts enkele maanden resten ons nog voor de voorbe
reidingen, welke getroffen moeten worden om op waardige