7300 bank taak noch recht. Omgekeerd voert de boerenleenbank haar financiële taak uit als zelfstandig deskundig apparaat, en is zowel wegens de zegelverkoop en pensioenbetaling als wegens alle andere zaken uitsluitend onderworpen aan het toezicht en aan de richtlijnen van de Centrale Bank, met uit sluiting derhalve van iedere andere controle of leiding, hetzij van het Bedrijfspensioenfonds of van de S.V.C. Vloeit zulks voort uit aard en karakter van de boerenleenbankorganisatie, die als volwaardig bankapparaat zijn diensten ter beschikking stelt, zulks brengt voor het Bedrijfspensioenfonds het niet hoog genoeg te waarderen voordeel mede, dat hef is ontsla gen van de organisatie van een eigen financieel en comp tabel apparaat ten plattelande, alsmede van de controle op een dergelijk apparaat, dat uiteraard wijdvertakt opgebouwd had moeten zijn. Hef lijkt ons van niet te onderschatten bete kenis voor hef zich ontwikkelende Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw, dat 1300 plaatselijke geldkantoren ter beschik king kunnen worden gesteld, die functioneren onder leiding van twee Centrale Banken, die beiden door tussenkomst van een gemeenschappelijk Bankkantoor bereikbaar zijn. Ook voor de boerenleenbanken kan tenslotte op voorde len worden gewezen. Daarbij denken wij niet zozeer aan de vergoeding, die voor het werk is bedongen, die wellicht voor de ontwikkelde boerenleenbank, die aan een kassier even tueel met assisfenf(en) een volle dagtaak geeft, voldoende is, maar dikwijls voor de kassier, die slechts een gedeelte van zijn tijd voor de bank beschikbaar heeft en alle werkzaamhe den zelf moet verrichten, nauwelijks opweegt tegen het werk. Er is echter nog iets anders: hef Bedrijfspensioenfonds kan, als verzekeringsinstituut van een oudedagspensioen evenals de boerenleenbank worden beschouwd als een instelling van het spaarwezen. Dit zou in nog sterker mate hebben gegolden, indien van meetaf de zelfstandige boer ook in de verzekering zou zijn betrokken, waarmede aanvankelijk ernstig rekening moest worden gehouden. Ook een boer kan zijn gulden of liever gezegd 2.50 per week maar eenmaal uitgeven en of brengen naar hef Bedrijfspensioenfonds of naar de boeren leenbank. De laatste is daarbij gelukkig op vrijwilligheid ingesteld, maar zou dan aanvankelijk wel eens in hef laatste

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1949 | | pagina 10