7274 Ook ter zake van credief- en voorschotverlening werd in aanzienlijke mate een beroep gedaan op de boerenleen banken en werd door de boerenleenbanken een belangrijk bedrag aan land- en tuinbouw ter beschikking gesteld. In het verslagjaar werd door bedrijtsdebiteuren, hypothecaire debiteuren, Gemeenten en Polders bij de boerenleenbanken voor een totaal bedrag van 12.400.000 opgenomen. Mede in verband met het hiervoor medegedeelde omtrent de ont wikkeling der gelden op spaar- en lopende rekening, zag de totaal balans der gezamenlijke boerenleenbanken op het einde van 1948 er als volgt uit: GECOMBINEERDE BALANSEN DER AANGESLOTEN BOE RENLEENBANKEN (in duizenden guldens): 1947 1948 Kas en Kassiers 7.100 7.000 Debiteuren 22.750 28.000 Hypothecaire leningen 10.500 15.000 Provinciën, Gemeenten, Polders 5.600 8.250 Effecten 30.250 29.250 Centrale Bank 517.203 486.121 Diverse Rekeningen 1.097 3.079 594.500 576.700 1947 1948 Kapitaal en Reserves 16.250 17.000 Spaargelden 519.500 511.200 Creditsaldi lopende rekeningen 54.000 47.500 Diverse rekeningen 4.750 1.000 594.500 576.700 Zowel de afwikkeling van de geldsanering en de betaling op de aanslagen in de bijzondere heffingen, alsmede de toenemende credief- en voorschotverlening, die per saldo tof opvragingen leidden bij de boerenleenbanken, hadden uiteraard ook tot gevolg, dat de beschikbare middelen der boerenleenbanken bij de Centrale Bank eveneens terug liepen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1949 | | pagina 4