7286
Bij bepaalde soort onderpanden (wij denken bijv. aan de
Westlandse glasopsfanden) zal men nog wel wat verder terug
moeten gaan. Bij andere zeer courante panden, waarbij reeds
jaren door de prijsbeheersing een hogere prijs is goedge
keurd, waartegen geregeld soortgelijke goederen zijn ver
handeld, zou er aanleiding kunnen zijn, om de taxatie die
hogere prijs te doen benaderen.
Alvorens nader in te gaan op de wijze van beoordeling
van onderpanden, die door hun aard op bijzondere wijze
moeten worden bezien, zij er nog op gewezen dat bij de
schatting niet mag worden verzuimd ook rekening te houden
met bestaande erfdienstbaarheden ten laste van het te ver
binden onroerende goed lopende of met eventuele per
soonlijke rechten door derden op het goed verkregen. Zijn
deze van ingrijpende aard dan zal hef betreffende perceel
zelfs niet zonder meer als onderpand kunnen worden geac
cepteerd. Het is wenselijk een en ander te vermelden in de
notulen van de betrokken bestuursvergadering en op hef for
mulier B.G. voor de Centrale Bank.
Van grote invloed op de waarde van een vast goed is als
regel het feit, dat een derde vruchtgebruik heeft, zodat alleen
de z.g. blote eigendom kan worden verbonden, of dat de
aanvrager uitsluitend het vruchtgebruik bezit en een derde
de blote eigendom heeft. Door de derde waarmede veelal
wel een familierelatie zal bestaan moet diens recht van
vruchtgebruik of van blote eigendom worden medeverbon
den, zodat op die wijze de bank toch hypotheek krijgt op
het volle eigendomsrecht. Het onderpand kan in dat geval
worden getaxeerd alsof geen recht van vruchtgebruik be
sfond. Bij het aanvragen van goedkeuring aan de Centrale
Bank moet hef bestaan van de mede te verbinden rechten
duidelijk worden aangegeven, opdat de redactie voor de
op te maken hypotheekacte kan worden vastgesteld.
Indien de aanvrager geen eigenaar van de grond is, doch
slechts eon erfpachtsrecht op opstalrecht heeft, dan is dit
uiteraard van invloed op de taxatie. Daarbij is van belang
hoelang het erfpachtsrecht of opstalrecht loopt, of er een
recht op verlenging bestaat, hoe hoog de jaarlijkse canon
is, en op welke wijze het bedrag hiervan is geregeld: of deze
voor de gehele duur van het erfpachtsrecht vast staat, dan