7250 wordf verzekerd mag worden aangenomen, daf bij deze prijs, ondanks de duurte der biggen, de varkensmesterij als lonend kan worden beschouwd. Zou hieraan de conclusie kunnen worden verbonden, dat de beoogde tinancieringsregeling dus wel rondloopt, zolang de prijsgarantie geldt, wij menen nochtans te moeten opmerken, dat niet mag worden veron dersteld, dat een dergelijke garantieregeling eeuwigdurend is; en dat het uitgesloten moet worden geacht, dat deze ga rantieprijs bij ruim aanbod van varkens zou worden verlaagd of zelfs geheel ingetrokken, zal wel niemand beweren. 4. Wij herhalen, dat over de financiering van de varkens mesterij door de boerenleenbanken op de wijze, zoals hier voor uiteengezet, ondanks de daaraan verbonden risico's, te praten valt. Om daartoe te komen achten wij verder beraad nodig tussen de coöperatieve vee-afzet en het coöperatieve landbouwcrediet, waarbij ook de onderlinge verzekering wa re te betrekken en onder ogen ware te zien, om een duide lijke uitspraak omtrent de duur van de gegarandeerde prijs voor de varkens uit te lokken. Ook achten wij verder beraad wenselijk in de kringen van beheerders der boerenleenban ken, omdat wij de uitvoering van een dergelijke financie ringsregeling nimmer aan onze boerenleenbanken zouden willen opdringen, doch hef geheel aan de beheerders zou den willen overlaten, of zij tof de toepassing daarvan in het rayon hunner boerenleenbank zouden willen overgaan, in dien de Centrale Bank daartoe vrijheid zou hebben gegeven overeenkomstig een nader te treffen regeling, waarbij uiter aard scherp omlijnde grenzen zouden moeten worden ge trokken voor de credietlimites, die in de verschillende geval len, bijv. naargelang de grootte van het bedrijf, zouden ko men te gelden. De toepassing van een dergelijke regeling, die mede zou moeten omvatten een tussen de boer en de coö peratieve vee- en afzetvereniging (veecentrale) te sluiten le veringscontract met verplichting voor de laatste om af te re kenen met de boerenleenbank, zouden wij overigens binnen het kader van de bevoegdheidsregeling van statuten en huis houdelijk reglement willen overlaten aan de beheerders van

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1949 | | pagina 8