7248
gaan om de boeren door financieringscontracfen het mesten
van varkens financieel gemakkelijk, maar niet voordelig te
maken. Uiteraard was de coöperatie zich bewust van haar
traditionele taak om de boer er voor te behouden van de
particuliere vleeswarenindustrie afhankelijk te worden.
De vraag lijkt ons echter gewettigd, of het contra-offensief,
daarin bestaande, dat de coöperatieve veecentrale zelf be
gon de varkensmesters te financieren door hen de biggen en
het meel voor te schieten, wel het geordende middel was om
te ageren. De financiering van de boeren ligt niet op de weg
van de coöperatieve vee-afzetvereniging; het beschikt daar
toe ook niet over de geëigende organen, zoals, na enige
maanden praktijk met dit systeem is opgedaan, menig zaak
voerder ons zal toegeven. Een gezonde credietverlening
vraagt nu eenmaal, dat de aanvragen objectief bekeken wor
den, hetgeen minder gemakkelijk het geval zal zijn, indien
een der partijen bij een dergelijk financieringscontract zelf
bij de afzet van hef vee betrokken is en geneigd zal zijn
meer naar de concurrentie dan naar de gegoedheid van de
boer te kijken. En ook de laatste komt door een dergelijk
financieringsconlract al spoedig op een dwaalspoor, omdat
hij geneigd zal zijn te menen, dat het risico voor de goede
afloop van de opzet der biggen nu ook maar door de coö
peratie moet worden gedragen, die hem de big en het meel
met hef geld als het ware aan huis heeft gebracht. De weg
tof de financiering van de varkensmesterij leidt ons inziens,
indien men een dergelijke financiering, zo daaraan behoefte
bestaat, verantwoord wil doen geschieden, over de boeren
leenbank, die daartoe kan beschikken over de gewone cre-
dietmiddelen, in de vorm van een bedrijfscrediet onder
borgtocht of met onderpand van hypotheek. Nu werpt men
wel, in verband met hef spoedeisend karakter dezer finan
ciering tegen bedoelde crediefvormen het bezwaar op, dat
de formaliteiten daaraan verbonden te omslachtig zijn, om de
coöperatie voldoende in staaf te stellen tegen de concurren
tie op te kunnen. Deze opwerping ontlokt ons echter de be
merking, dat men toch wel voorzichtig moet zijn tegen elkan
der op te bieden met aanvankelijk ongezond voorkomende
handelsusances; deze mogen niet zodanig zijn, dat zij hef
risico van een onderneming zoals ook de varkensmesterij nu