7256 certificaten niet zullen dalen beneden de koers van bijv. de lening 1947, waaraan dezelfde faciliteit is verbonden. Overigens zijn de modaliteiten van de Investerings- en Be leggingscertificaten gelijk gebleven. Daarover is zowel in de Tweede als in de Eerste Kamer heel waf te doen geweest; in het bijzonder is een sterke aandrang uitgeoefend om hef ren- fepercenfage voor Beleggingscertificaten omhoog te brengen naar 3j^%; daarover heeft echter de Minister hef onaan vaardbaar uitgesproken en wel met machtiging van het gehe le kabinet. Het gevolg daarvan zal wel zijn, dat voor de 3'/i% Beleggingscertificaten, die liefst 50 jaar lopen, niet veel be langstelling zal bestaan. Tot heden werden beleggingscertifi caten nog slechts genomen voor een bedrag van 14 mil- lioen, 3% investeringscertificaten daarentegen, die een ge middelde looptijd hebben van 15 jaar, werden reeds geno men voor een bedrag van 400 millioen. Besteding van bedragen op optierekening voor aankoop van effecten. Met de wettelijke regeling van de afwikkeling der geldzui- vering is practisch de z.g. „effecten-optie", die in de Minis teriële Beschikking besfond, verdwenen. Aanwijzing van ef fecten, b.v. van Staatsobligaties, die vrijelijk zouden kunnen worden aangekocht ten laste van opfierekeningen, is dus niet meer mogelijk. Volgens de regeling van de wet kunnen ten laste van een optierekening alleen effecten worden gekocht met vergunning van de Nederlandsche Bank, doch uitsluitend van een verkoper, die de opbrengst van de verkochte effec ten aanwendt tot betaling van door hemzelf verschuldigde oude belastingen, zekerheidstellingen en bijzondere heffin gen. De aldus verkregen effecten moeten in bewaring worden gegeven en mogen pas op 1 Januari 1951 in handen van de eigenaren komen. Ruiling van stukken is toegestaan, mits de totale koerswaarde van de portefeuille daardoor niet daalt. Ook mogen stukken in opdracht van de eigenaar verkocht worden mits de tegenwaarde aan de eigenaar wordt vergoed op een (geblokkeerde) herbeleggingsrekening. Binnen een maand kan dit tegoed voor wederaankoop van effecten wor den aangewend, daarna moet hef worden besteed voor aan-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1949 | | pagina 14