7211 werd de organisatie van hef landbouwcrediet ter hand ge nomen. De bekende Staatscommissie voor de Landbouw van 1886 had aan het landbouwcrediet bijzondere aandacht geschonken en in haar advies aan de Regering gezegd, dat de overtuiging algemeen was, dat onder de middelen, wel ke tof opbeuring van de landbouw in aanmerking kunnen komen, een goed georganiseerd credietwezen een eerste plaats inneemt en dat de verbetering van de bodem, een intensieve cultuur, een betere veeteelt in vele gevallen al leen uitblijven, omdat daarvoor geen kapitaal op aanneme lijke voorwaarden beschikbaar is. Een middel om daarin te voorzien was sinds verschillende jaren reeds in Duitsland toegepast, waar de burgemeester Raiffeisen verenigingen had opgericht, die een combinatie waren van een spaarbank en een voorschotbank. Met behoud der hoofdbeginselen dezer verenigingen: onbeperkte aansprakelijkheid, kosteloos beheer, kleine kring van leden, geen verdeling der winst maar vorming van een onverdeelbaar fonds welke hoofd beginselen ook thans nog onverzwakt gelden en met hef uitgesproken doel het ondernomen werk niet alleen tot materieel, maar vooral ook tot zedelijk voordeel van onze plattelandsbevolking fe doen strekken, werd de organisatie van Raiffeisen aan de Nederlandse behoeften aangepast. En daarmee ging men aan het werk, met een onverzette lijke overtuiging en met alles overwinnende geestdrift. In Noord Brabant werd de propaganda geleid door de grote Boeren-Apostel Pater van den Eisen, in Limburg door de energieke kapelaan van der Marck, die beiden in woord en geschrift de oprichting van plaatselijke boerenleenbanken zo krachtig bevorderden, dat binnen enkele jaren het zuiden van ons land met boerenleenbanken was overdekt. Men begreep echter, dat met de oprichting van plaatse lijke banken niet kon worden volstaan en dat voor de goe de werking van het landbouwcrediet een Centrale Bank on ontbeerlijk was. Maar nu rezen er moeilijkheden. Men wilde één Centrale Bank oprichten, doch over de meest gewenste juridische vorm der plaatselijke boeren leenbanken was verschil van mening ontstaan. Ik laat dit punt hier verder onaangeroerd, want hoe buitengewoon belangrijk en actueel dit destijds voor de belanghebbenden en belangstellenden ook was, niet uitsluitend om de kwestie

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1948 | | pagina 9