7240 te vertellen, voorzover zijn geheugen hem zulks toestond. Dit laatste liep nogal los want „Als het maar lang genoeg geleden is" zei Jan van Eyk" dan weet ik 't nog wel; uit de laatste tijd herinner ik me niet veel meer". Wij lieten hem graag aan het woord. Kapelaan Ant. van de Ven had in een vergadering van de boerenbond in een „schone" toespraak het nuf van de boe renleenbank uiteengezet. Kort daarop werd een oprichtings vergadering gehouden waar ongeveer 20 boeren aanwezig waren, welke zich „gelijk" als lid opgaven. Wilhelmus Maas werd tot kassier gekozen en Jan van Eyk tot Directeur. De nieuw gekozen functionarissen wisten nog zo weinig van de werking van de boerenleenbank en daarom be sloot men een commissie, bestaande uit de directeur, de kassier en een „jongeman" Jan van Veldhoven (thans direc teur) naar Mierlo te zenden om bij de aldaar reeds bestaan de boerenleenbank een kijkje te gaan nemen. Te voet (fietsen en ook auto's kende men nog niet) toog de com missie op Hemelvaartsdag naar de toenmalige kassier van Mierlo, de heer Sengers. Intussen was de boerenleenbank in Someren toch al be gonnen. De zittingen vonden plaats in de Vincenfius-kamer van het klooster. Pastoor van Lieshout nam de functie waar van President van de Raad van Toezicht, kapelaan van de Ven was adviseur en de koster, Jan van Eyk, directeur. De zittingen werden regelmatig met de nodige gewichtig heid bijgewoond door drie bestuursleden. Kapelaan van de Ven, de latere Pastoor van Voikel, hielp kassier Maas met de administratie. Pater van den Eisen, de Brabantse boeren- apostel, de grote stuwkracht van de boerenbond en van de boerenleenbank in het bisdom Den Bosch, onbezoldigd in specteur van de C.C. B. in haar eerste jaren, hield kort na de oprichting van de C. C. B. de eerste inspectie te Someren. Zijn bevindingen legde hij neer in hef nofulenregister van het bestuur als volgt: „Inspectie van 5 November 1902. „Alles in orde bevonden, doch wordt verzocht te letten „op de volgende punten: „1° Voor elk voorschot moet bestuursvergadering worden gehouden, de termijn van terugbetaling bepaald, de

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1948 | | pagina 38