7237
te Spierdijk valt ook nog in de tijd vóórdat er een Centrale
Boerenleenbank bestond.
Te Venhuizen was reeds eerder een boerenleenbank ont
staan en daarom gingen in Spierdijk stemmen op om ook
een gelijksoortige instelling te bezitten. Als leidraad werd
genomen de brochure: ,,De boerenleenbank verklaard door
Georgius". Georgius was het pseudoniem van Pater van den
Eisen, de grote stuwkracht van de boerenleenbank in Noord-
Brabant. De oprichting had niet veel voeten in de aarde.
Op 28 Januari 1898 kwam men in vergadering bijeen in
het „kottiehuis" van de heer P. de Haan onder leiding van
de toenmalige burgemeester van Obdam, de Edelachtbare
heer J. Buis Pzn. Staande de oprichtingsvergadering, waar
15 personen aanwezig waren, werd gekozen een Raad van
Toezicht, bestaande uit 5 leden, een Bestuur bestaande uit
9 leden en een kassier. De functies waren daarmede eerlijk
onder de aanwezigen verdeeld en „elk had zijn deel Met
algemene stemmen werd bovendien de Z.E.H. Pastoor tof
lid van de Raad van Toezicht benoemd. Na de verkiezing
maakt een der gekozen bestuursleden bezwaar tegen zijn
benoeming. Om tot een oplossing te komen stelt een der
leden van de Raad van Toezicht voor, om van „betrekking
te wisselen, hetgeen zonder meer geschiedde. De Z. E. H.
Pastoor, die door een, uit de vergadering aangewezen, de
putatie van zijn benoeming op de hoogte werd gesteld,
nam deze niet aan. In een volgende vergadering bleek, dat
verzuimd was om de Z. E. H. Pastoor voor de oprichtings
vergadering uit te nodigen. Nadat voor dit verzuim ver
ontschuldiging was aangeboden in een door alle aanwezi
gen getekende „missive" verklaarde de Z. E. H. Pastoor zich
bereid de benoeming alsnog te aanvaarden. Vermeldens
waard is, dat er een boete werd gesteld op het „verklap
pen" of „verklikken" van geheimen door functionarissen
van de boerenleenbank, van welk bedrag de ene helft aan
de kas en de andere helft aan de „benadeelde" kwam.
Op een vraag of er in het begin al direct behoorlijk ge
bruik werd gemaakt van de bank, antwoordde de heer
Smal, dat de tijden niet al te best waren. In de „befaamde"
kous zat niet veel geld, „oppotten" was een nog onbekend
woord. Van sparen kwam niet veel. De boerenleenbank be
tekende een stoot in de goede richting; zij stelde de boe-