7234 leiding niet alleen als voorzitter maar ook als een autoriteit en man van gezag in boerenleenbankzaken. Of de heer Clumpkens zich de eerste jaren van de door hem mede-opgerichte boerenleenbank te Swalmen nog her innert? Hij weet er nog heel wat van te vertellen en praat er graag over. De prettige samenwerking met de toenmalige jonge, maar energieke kapelaan Souren, een der oprichters van onze Centrale Boerenleenbank en thans nog op hoge leeftijd Deken van Weert, is het eerste onderwerp van het gesprek. Kapelaan Souren had bij de bouw van de kerk fe Swalmen geleerd wat samenwerking vermag en de heer Clumpkens was al eens een kijkje gaan nemen bij de „Raiffeisenkasse" in hef naburige Elmpt aan gene zijde van de Duitse grens, in hef Rijnland, de bakermat van de boerenleenbank vol gens het systeem „Raiffeisen". Swalmen moest ook een der gelijke prachtinsfelling rijk worden. Vanaf de eerste dag is het voorspoedig gegaan. Er was genoeg vertrouwen in de initiatiefnemers. Moeilijkheden waren er natuurlijk ook. Zo vertelde de heer Clumpkens nog met enige verontwaardiging hoe de eerste kassier hen reeds spoedig in de steek liet, maar hoe men ook een waar dig opvolger wist te vinden, de heer P. Wufs, die de functie meer dan 40 jaar op een voorbeeldige wijze heeft vervuld. Moeilijkheden van formele aard deden zich eveneens voor. Deze werden echter opgelost in de gemoedelijke sfeer van die tijd. De kantonrechter maakte aanmerking op het leden- register, omdat de oprichtingsakte er niet in gedrukt was. Na een bespreking ter griffie nam zijne Edelachtbare genoe gen met inbinden van de officiële staatscourant in hef be staande ledenregisfer, ofschoon dit niet „streng volgens de wet" was. Ook gaf de kantonrechter instructie: volgens zijn oordeel was in het ledenregisfer alleen te boeken het be drag van het inleggeld en niet hef bedrag door de leden gestort op hun spaarboekje. Dit laatste was een geheel „af zonderlijke" zaak. Met het tekenen van hef ledenregisfer ontmoette men nog verschillende malen het bezwaar, dat het candidaat-lid niet kon schrijven. In deze gevallen werd toegestaan om te tekenen met een „handmerk" hetgeen neerkwam op het zetten van een kruisje. De rechtskundige afdeling van de

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1948 | | pagina 32