7232 WAT ONVERANDERD BEWAARD BLEEF door J. Erkelens, Hoofdinspecteur. Dankbaarheid, vreugde en trots vervullen ons bij het gou den feest van onze Centrale Bank. Dankbaarheid op de eerste plaats jegens God, die het Raiffeisenwerk zo rijke lijk heeft gezegend. Dankbaarheid ook jegens de pioniers, die de Raiffeisen-gedachte in ons land vorm hebben ge geven en 50 jaar geleden de grondslag hebben gelegd voor onze prachtige organisatie. En nu na 50 jaren! Wat een vlucht heeft het boerenleen bankwezen niet genomen! Het kleinste dorpje heeft zijn eigen boerenleenbank. De omzetten, ingelegde kapitalen en uitgeleende gelden zijn hoger dan die van de Centrale Bank in de eerste jaren van haar bestaan. Verschillende grotere boerenleenbanken hebben de be schikking over een eigen kantoorgebouw en bijna alle plaat selijke boerenleenbanken bezitten aan inventaris heel wat meer dan alleen de brandkast, waarmede zij zijn begon nen, terwijl tientallen kassiers in hun boerenleenbank een hoofdbestaan hebben gevonden. Er is veel veranderd, maar gelukkig is de Raiffeisen-ge dachte onveranderd bewaard gebleven en vervullen de be stuurders hun taak nog met dezelfde idealen als in de eersfe jaren. Mef de groei der locale banken is de Centrale Bank met haar inspectiedienst mede gegroeid, al ging het niet altijd gemakkelijk gelijke tred te houden. Bij de geldzuivering in 1945 werden de kassiers der plaaselijke banken onder een lawine van werk bedolven. Prachtig hebben zij er zich doorheen geworsteld. Ook de inspectiedienst dreigde onder die lawine te bezwijken. Doch dank zij de spoedig door het Bestuur der C. C. B. genomen maatregelen is ook de inspectiedienst de moeilijkheden spoedig meester geworden. De taak der inspectie is veel omvattend, maar in wezen is die taak nog dezelfde als in de beginperiode. Haar voor naamste taak is de controle op administratie en kas en toe zicht te houden op de naleving van Statuten en Huishoude lijk Regiement. Waar nodig voorlichting te geven en de

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1948 | | pagina 30