7222
heid waarmede boeren hun beginselen weten te handhaven.
Ook in het eerste vredesjaar werd het kunnen van onze
tinancieele organisatie geducht op de proef gesteld. Wij zijn
ons bewust, dat de munfconversie van 1945, die terecht de
grootste tinancieele operatie in de geschiedenis van het
Nederlandsche geldwezen wordt genoemd, niet zou heb
ben kunnen slagen indien de boerenleenbanken in hun niet
re vervangen medewerking zouden hebben gefaald. De of
fers aan overgroofe inspanning aan dit nationale belang ge
bracht liggen nog versch in ons geheugen.
De groote bloei waarin de Centrale Bank en daaraan
onafscheidelijk verbonden het complex harer deelnemen
de leden zich verheugt stemt tot blijdschap en tevreden
heid. De voorspoedige ontwikkeling in het verleden moge
echter geen vermetel vertrouwen in de aanhoudende goed
gunstigheid van het lot opwekken. In dit verband is het
goed om critisch in zich zelven te keeren en na te gaan
waaraan het éclatante succes te danken is, vooral om daar
uit leering te putten voor de toekomst.
Buiten beschouwing latende de vanzelfsprekend noodige
toewijding en bekwaamheid der leidende en uitvoerende
organen en het vertrouwen der samenwerkende leden, zien
wij in het feit, dat onze zusterinstelling te Utrecht op een
even voorspoedige geschiedenis kan bogen een evidente
aanwijzing. De verklaring van beider ononderbroken bloei
willen wij dan ook zoeken in de richting van de grond
slag, waarop de beide Centrales annex de organisatie
waarin zij wortelen tijdens deze vervloden halve eeuw
gewerkt hebben, n.l. het systeem Raiffeisen.
Wij, Raiffeisenianen, zijn van de verdiensten van ons stel
sel, zoo voor Centrale als plaatselijke banken, overtuigd.
Gemeenlijk wordt alleen de sociale trek daarvan belicht,
hetgeen wel zijn verklaring hierin vindt, dat de milde stem
ming op de feestelijke bijeenkomsten waar Raiffeisen ter
sprake wordt gebracht, daartoe uitlokt. Allengs dreigt dan
ook post te vatten een voorstelling die, hoe goed bedoeld,
den man als historische figuur onrecht aandoet, ja zelfs door
een onevenredige feekening een caricafuur van hem maakt.