7218 hierbij met grote waardering en dankbaarheid gememo reerd. Met name geldt dit voor de directie, die door be kwaamheid en grote plichtsbetrachting heeft uitgemunt. Ik moet mij van het noemen van vele namen onthouden. Maar dit behoeft mij toch niet te beletten hier in grote dank baarheid te gedenken onze talentvolle en toegewijde Direc teuren Mr. Dubois en Dr. Huysmans, beiden helaas te vroeg naar een beter leven opgeroepen. Wanneer ik aldus het verloop der gebeurtenissen over weeg, die sinds de oprichting onzer Centrale Bank haar levensloop hebben getekend, dan valt het mij op, hoe rijk haar geschiedenis is geweest aan feiten, die ten volle ver dienen nog weer eens in het daglicht te worden gesteld. En het valt mij werkelijk moeilijk aan vele dezer ge wichtige gebeurtenissen stilzwijgend te moeten voorbijgaan en aan de omheining mijner tanden niet een woord van bijzondere waardering te laten ontsnappen voor menig ver- dienstvol man, die ik om zijn werk voor onze organisatie en de vriendschap, die ik daarbij van hem mocht onder vinden, gaarne speciaal zou willen eren. Hef is mij daarbij tevens opgevallen, hoezeer onze Cen trale Bank altijd de weerslag heeft ondergaan van de di verse zwarigheden, die onze landbouwende bevolking achtereenvolgens heeft te doorstaan gehad, en van de gun stige ontwikkeling die de Voorzienigheid haar heeft toebe dacht. Wij voelen ook daarin onze nauwe verwantschap met de met ons bevriende boerenorganisaties van hef land. Ik kom aldus terug op de door de actie van die boeren organisaties in het leven geroepen stichting onzer Centrale Bank op 5 December 1898. Een schoner Sinterklaassurprise kon de Nederlandse landman zeker op die dag niet zijn aan geboden. Maar indien ik op deze gedachte zou ingaan, dan zou ik de zaak zeker te klein zien. Tegenover de zeld zaam voorspoedige en omvangrijke groei, die het op 5 Dec. 1898 te Venlo uitgezette plantje heeft bereikt, past ons geen andere gedachte dan deze, dat wij God de Heer, de Gever van alle goed, dankbaar moeten en mogen zijn voor de rijke wasdom, die Hij aan dit plantje heeft geschonken en dat wij Hem moeten bidden, dat Hij zijn rijkste zegen bij voortduring daarop zal willen doen neerdalen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1948 | | pagina 16