7216
ondergaan, die er mede toe geleid heeft, daf zij, ter voor
ziening in de behoeften van de steeds meer omvangrijker
wordende economische organisaties op het gebied van de
landbouw, het initiatief nam tot oprichting der Nederlandse
Landbouwbank, welke instelling zich echter om U bekende
redenen tot een zelfstandig thans buiten onze organisatie
staand instituut heeft ontwikkeld.
Het jaar 1920 was voor onze Bank een zeer merkwaardig
jaar door de persoonswisselingen, die in de leiding hebben
plaats gehad. Wij hadden toen het verlies te betreuren van
twee mannen, die tot dan in de voorste gelederen hadden
gestaan van de practijk van het landbouwcrediet en in
sterke mate hun stempel op de vormgeving daarvan hebben
gedrukt, onze eerste Directeur Jan Berkvens en onze eerste
Voorzifter Vincent van den Heuvel, die beiden verdienen
in de dankbare herinnering van het nageslacht te blijven
voortleven. Onze Bank heeft toen echter tevens het geluk
gehad, dat aan het hoofd van haar bestuur een man kwam,
die nog was in de kracht zijner jaren en die met vaste hand
onze organisatie heeft geleid door vele en grote gevaren,
die zij sinds heeft moeten doorstaan.
Ik mag mij wel ontslagen rekenen van de taak in deze
kring daarop in te gaan en er mij toe beperken de Voorzit
ter van ons Bestuur, de heer Fleskens, geluk te wensen met
de wijze, waarop onder zijn leiding al die bezwaren tot
een goede oplossing zijn gebracht, met het gevolg, dat
noch onze interne moeilijkheden noch de terugslag van de
crisis der dertiger jaren, waaraan wij weerstand hebben
moeten bieden, hebben kunnen beletten, dat wij als een
sterke hecht gefundeerde instelling ons veertig jarig jubi
leum hebben kunnen vieren en dat wij de grote ramp, die
in 1940 over ons land gekomen is, benevens de zorgwek
kende financiële problemen, die daarvan het gevolg zijn
geweest, ongedeerd zijn te boven gekomen en ons zonder
van de beproefde grondslagen van het Raiffeisenstelsel af te
wijken, aan de vele nieuwe eisen van het moderne geld
verkeer hebben kunnen aanpassen.
Hef spreekt vanzelf dat zulks niet alleen het werk is ge
weest van het bestuur of deszelfs Voorzitter. De grote toe
wijding van al de ambtenaren en beambten der Bank, waar
op de leiding steeds ten volle heeft kunnen rekenen, zij