7214
Ie Schijndel, Truyen te Meyel, Souren te Swalmen en Pijls te
Schinnen, allemaal namen van bekende klank op het ge
bied onzer organisatie. Aan Pater van den Eisen, die de
bank te Heeswijk vertegenwoordigde, werd de taak van In
specteur der locale banken toegedacht, welke taak hij te
samen met de heer Souren heeft uitgeoefend totdaf de in
stelling van een afzonderlijke inspectie nodig bleek.
Zo was dan onze Centrale fof stand gekomen, waarvan
de statuten op 24 December daaropvolgende notarieel wer
den verleden.
Wanneer ik mij nu wilde bepalen tot de beschrijving
van de oprichting onzer Centrale Bank, die wij vandaag
meer in het bijzonder herdenken, dan zou ik het bij dit
geschiedkundig overzicht kunnen iafen, maar omdat dit feit
eigenlijk alleen van blijvend belang is in verband met het
andere feit, dat deze Centrale Bank nu vijftig jaar bestaat, zij
het mij vergund daaraan een overzicht van de belangrijkste
gebeurtenissen vast te knopen, die de ontwikkeling onzer
Bank in die vijftig jaar hebben gekenmerkt. Het ligt geens
zins in mijn bedoeling hier de geschiedenis onzer Bank te
vertellen. Daarvoor zou ik veel meer tijd nodig hebben, dan
waarover ik thans kan beschikken. Ik beperk mij daarom tot
hef meest belangrijke, met vermelding van enkele der voor
naamste personen, die tot de bloei onzer bank hebben bij
gedragen en hun stempel daarop hebben gedrukt.
Het behoeft nauwelijks gezegd te worden, dat het eerste
begin werkelijk zeer bescheiden was. De directeur verrichtte
in de eerste maanden het werk in zijn vrije uren. Indien ik
goed ben ingelicht, genoot hij daarvoor een salaris op een
basis van 200 per jaar, en hadden de vergaderingen
plaats in zijn huiskamer. Langzamerhand begonnen de werk
zaamheden zich uit te breiden en werd een bovenlokaal
in gebruik genomen in het gebouw, dat gelegen is tegen
over ons tegenwoordig bankgebouw. In dat lokaal stond de
brandkast en werden tevens de vergaderingen van het Be
stuur en de Raad van Toezicht gehouden, waarbij dan de
enige kantoorbeambte, waarmee het personeel was uitge
breid, met zijn lessenaar op de gang moest plaats nemen
om hef publiek en de relaties der bank te bedienen.
Zo was de toestand nog, toen ik in 1902 in hef Bestuur
kwam om de plaats te bezetten, die oorspronkelijk aan de