7186 gene wat bevorderlijk is om de arbeidsproductiviteit in stand te houden, maar in het bijzonder op alles wat er toe kan dienen, om de industrialisatie te bevorderen, de landbouw technisch te verbeteren en de productiekosten in het alge meen door rationalisatie te doen dalen, zodat onze produc ten van industrie en landbouw gemakkelijk de buitenlandse markt kunnen vinden en de toets der concurrentie kunnen doorstaan. Bereiking van deze doeleinden is echter niet mo gelijk zonder binnenlandse besparingen. De nota roept dan ook tot besparing en uiterste zuinigheid in het verbruik en wat de bedrijven betreft in de winstuitkeringen en voorzieh- heid bij het aanhouden van voorraden, gezien het daaraan verbonden prijsrisico. Deze oproep gaat vergezeld van een aankondiging van enkele belastingverlagingen, die daaraan aansluiten. Volgens mededelingen elders zouden deze be lastingverlagingen betreffen een verlaging van de loon- en inkomstenbelasting in de laagste inkomensgroepen alsmede een meer soepele bepaling van hef fiscale winsfbegrip, waarbij meer mogelijkheden zouden komen te ontstaan voor belastingvrije reserveringen. Voor de landbouw zou zulks van belang kunnen zijn voor de heffing der ondernemings belasting. 4. De oproep tot besparing in het verbruik noopt ons tot een enkele kanttekening bij de millioenennota. Al wor den de tekorten op de lopende begrotingen 938 millioen lager geraamd ten opzichte van 1947, werkelijke bezuini gingen liggen hieraan nauwelijks ten grondslag. Hierin zijn immers voor een bedrag van 288 millioen grotendeels boekhoudkundige bezuinigingen begrepen, zoals verminde ring van de aflossingsverplichtingen met 41 millioen door de conversie van de staatsschuld en hef niet langer op de begroting doen drukken van uitkeringen aan de gemeenten tot een bedrag van 195.2 millioen, die thans rechtstreeks ten laste van de middelen (opcenten op verschillende be lastingen) aan de gemeenten worden verstrekt. Voorts zijn de inkomsten met 440 millioen hoger geraamd, zonder dat daaraan een verzwaring van de belastingheffing ten grondslag ligt. O.a. wordt de omzetbelasting 228 millioen hoger geraamd, waaraan de verwachting ten grondslag moet liggen, niet alleen van ruimere goederenvoorziening, doch

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1948 | | pagina 4