7157
Bij de Centrale Bank is voor het lopende jaar het rente
tarief thans wederom bepaald op 2%°/o voor bedragen op
rekening Dagdeposito, terwijl in rekening-courant aan boeren
leenbanken een rente van 1%°/o zai worden vergoed.
Ongetwijfeld wordt met deze tarieven onder de geldende
omstandigheden door de boerenleenbanken en door de Cen
trale Bank een behoorlijke prestatie geleverd, zowel in het
spaarverkeer als in het gewone bankverkeer en zulks is temeer
het geval, indien men in aanmerking neemt het bekende lage
peil, waarop de rentestand zich in ons land bevindt en de
bijzondere bezwaren, die de Centrale Bank en de Boeren
leenbanken in haar beleggingsbeleid ondervinden. Op enige
van deze bezwaren willen wij in dit artikel verder ingaan,
teneinde een zo goed mogelijk inzicht bij beheerders en kas
siers in het rente- en beleggingsbeleid van de Centrale Bank
te bevorderen. Indien wij daarbij in de eerste plaats aandacht
vragen voor de bijzondere moeilijkheden, waarvoor zich de
Centrale Bank gesteld ziet, dan is dat niet omdat wij de
overeenkomstige bezwaren van de boerenleenbanken onder-
schaften, maar omdat hetgeen voor de Centrale Bank geldt,
vanzelf ook op het hoofd van de boerenleenbanken neer
komt.
II. Het belangrijkste bezwaar nu, dat de Centrale Bank
moet overwinnen, betrof de afloop van de z.g. liquiditeits
rekening bij 's Rijks Schatkist. Zoals bekend, genoot de Cen
trale Bank sinds medio 1946 de faciliteit, dat zij een deel van de
haar toevertrouwde middelen kon storten op een bijzondere
rekening bij 's Rijks Schatkist, waarop een rente van 2j^%
werd vergoed. Deze regeling hing samen met de toestroming
van middelen bij de boerenleenbanken onder vigeur van de
geldsanering, waardoor bij gebrek aan passende beleggings
mogelijkheden en mede in verband met het lage rendement
van schafkistpapier, onze Centrale Bank niet in staat zou zijn
geweest te bevorderen, dat door de boerenleenbanken een
behoorlijke spaarrente zou kunnen worden vergoed. De z.g.
liquiditeitsregeling was bedoeld als een tijdelijke regeling,
die zou gelden, totdat na afroming van de geblokkeerde
gelden door de bijzondere heffingen een meer reëel uit
zicht zou zijn geopend inzake de stabiliteit van de reste
rende toevertrouwde middelen, die alsdan overeenkomstig