7175 het herstel van economische vrijheid en de opheffing van de nog steeds geldende distributievoorschriften. Het is dus wel van belang, dat de overheid een zeer voorzichtige geldpolitiek voert. Maar, zo zal men vragen, waarom wel een onbeperkte inschrijving op investerings certificaten en beleggingscertificaten en niet op beleg gingsrekening. Men kan op beide manieren toch zijn ge blokkeerd geld in 5 termijnen vrij maken. Er is echter een principieel verschil. Bij uitbetaling door de bank van het jaarlijks vrijgekomen gedeelte van de beleggingsrekening wordt de totale geldhoeveelheid in het land groter. Dit is bij verkoop van verhandelbaar geworden investeringscertifi caten niet het geval. Immers het geld, dat men daarvoor ont vangt wordt door de koper der certificaten betaald; hier is dus enkel sprake van geldverplaatsing en niet van geldver- meerdering. Wij zullen dus moeten nagaan, of de verruiming van de mogelijkheid tot plaatsing op beleggingsrekening zo ernstige gevolgen heett in hef kader van de monetaire politiek, dat deze niet mag worden toegestaan en of de verruiming soms zodanige voordelen biedt, dat deze in aanzienlijke mate de eventuele nadelen overtreffen. Gaan wij hiertoe na, wat volgens de laatst bekende cijfers naar beleggingsrekening is overgeboekt. 42 handelsbanken per 31 Mei 1948 47.6 millioen op een totaal geblokkeerd tegoed per 31 Dec. j.l. van 1.286 milliard boerenleenbanken per 30 Juni 1948 59 millioen op een totaal geblokkeerd tegoed per 31 Dec. j.l. van 610 millioen Rijkspostspaarbank totaal geblokkeerd tegoed per 31 Dec. j.l. 269 millioen Particuliere Spaarbanken totaal geblokkeerd tegoed per 31 Dec. j.l. 239 millioen 508 millioen Transporteren 106.6 millioen

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1948 | | pagina 21