7169 gaan. Bestaat het voornemen om een beheerder of de kassier als borg voor een uitlening te laten optreden, dan vermelde men dit op het formulier B.G. uitdrukkelijk. Bij haar beslissing over goedkeuring van tegen borgstelling gevraagde uitleningen zal ook de Centrale Bank zich natuur lijk door de bovenstaande overwegingen laten leiden. Het is echter niet mogelijk b.v. bepaalde bedragen te noemen tot welke een borgstelling al dan niet geaccepteerd wordt; dit is vooral een kwestie van verhoudingen, terwijl het doel van de uitlening en de looptijd bij de beoordeling een grote rol spelen. Men verstrekke bij de aanvrage aan de Centrale Bank zo uitvoerig mogelijke gegevens en beperke zich bij de be antwoording van de vraag 8b van het formulier B.G. niet tot weinig zeggende algemeenheden als: „algemene bekend heid" en dergelijke. Wij hebben het dienstig geacht, nu de beheerders weder veel meer met de verlening van voorschotten en credieten te doen hebben gekregen, waf uitvoeriger op de vragen, zich bij het accepteren van borgen voordoende, in te gaan. Hef overwegen hiervan zal voor de beheerders nodig zijn bij het bepalen van hun eigen standpunt en zal ook bijdragen tot het goed en volledig invullen van de aanvraagformulieren voor de Centrale Bank. Hieraan aanknopend willen wij er nog op wijzen, dat, nadat een voorschot of crediet tegen borg stelling is tof stand gekomen, vooral voor het juist opmaken, invullen en ondertekenen van de betreffende acte dient te worden zorg gedragen. Voor voorschotten is dan te gebrui ken formulier 12, voor credieten in lopende rekening formulier 13a. In het bijzonder moet er op worden gelet, dat iedere borg eigenhandig schrijft: „goed als borg voor (bedrag voluit in letters) gulden plus renten en kosten" met zijn handtekening, terwijl bovendien bij de voorschoften de schul denaar eigenhandig moet schrijven: „Goed voor (bedrag voluit in letters) .gulden plus renten en kosten" met zijn handtekening. In een volgend nummer van de Mededeelingen zullen wij uitvoeriger ingaan op de beantwoording van vraag 8 van het formulier B.G. voor de gevallen, dat zakelijke zekerheid wordt gesteld en enkele, zich daarbij voordoende vragen behan delen. Wordt vervolgd.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1948 | | pagina 15