7168 een gehele familie haar vermogen in wil zeffen om een overi gens moeilijke financiële regeling voor elkaar fe brengen. Gewezen moet nog worden op de bezwaren, welke aan onderlinge borgstellingen verbonden zijn en aan borgstellin gen van personen, die zelf reeds bij het bedrijf van de debi teur betrokken zijn. Hetzelfde risico zou dan door de boeren leenbank dubbel worden gedragen en bij noodzaak om op de borg verhaal te vinden zou blijken, dat deze door dezelfde omstandigheden, welke de debiteur in gebreke deden blijven, ook zelf in draagkracht ernstig achteruit is gegaan. In vele gevallen kan dus een uitlening tegen borgstelling als geheel verantwoord worden beschouwd, doch ook dan kan de vraag worden gesteld of niet de aanvrager, die in staat is zelf zakelijke zekerheid te stellen, verstandiger zou doen de kosten van een hypotheek voor één maal op zich te nemen, waardoor hij niet afhankelijk wordt van een derde voor het geven van een borgstelling; hij kan zich hierdoor vrijer gevoelen en hef bewustzijn hebben geheel uit eigen kracht en op grond van eigen bezittingen zich van de beno digde crediefmiddelen te hebben voorzien. De statuten onzer boerenleenbanken bevatten de bepaling, dat voorschot- of credietverlening onder borgstelling van een bestuurslid slechts geoorloofd is met goedkeuring van de Raad van Toezicht. In de nieuwe ontwerp statuten wordt goed keuring van de Raad van Toezicht en van de Centrale Bank voorgeschreven voor alle uitleningen onder borgtocht van leden van hef Bestuur, van de Raad van Toezicht of van de Kassier. Dit wijst er reeds op ,dat er aanleiding is om ten aan zien van deze borgstellingen met meer dan gewone voor zichtigheid te werk te gaan. In de eerste plaats zou hef moge lijk kunnen zijn, dat beheerders of kassiers met de beste be doelingen, doch wel wat te gemakkelijk een borgstelling zouden afgeven; in de tweede plaats kan de positie van deze personen zeer moeilijk worden, indien zij door in gebreke blijven van de debiteur in het geval zouden komen te ver keren, dat er tegenstrijdigheid ontstaat tussen hun eigen be lang als borg en hef belang van de bank; beter is het bij voorbaat ervoor te zorgen, dat beheerders en kassiers geheel vrij blijven staan in hun beslissingen en adviezen. Dat ook op deze regel uitzonderingen mogelijk zijn, spreekt vanzelf, doch men zal dan met nog meer beleid en overleg fe werk moeten

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1948 | | pagina 14