7167
personen en op wat hun persoonlijk bekend is; eventuele
navraag bij derden zal op zodanige wijze moeten geschieden,
dat het vertrouwelijk karakter niet wordt geschonden. Een
verplichting tegenover de Boerenleenbank om zijn bezittingen
niet te bezwaren of te vervreemden, bestaat voor de borg
uiteraard niet. Blijkt aan de beheerders, dat zijn vermogens
toestand ernstig achteruit is gegaan, dan kunnen zij op grond
van de acte het stellen van meerdere zekerheid van hun
debiteur eisen, doch indien deze daartoe niet genegen is of
niet in staat blijkt, dan zou de bank tot opzegging van de
lening moeten overgaan, teneinde door tijdig ingrijpen het
verschuldigde nog te verhalen. Doch zal hiermede het belang
van de debiteur nog gediend zijn? Hef spreekt vanzelf, dat
cle beheerders met dat belang toch slechts rekening zullen
mogen houden, voor zover de belangen van de bank daar
door niet in het gedrang zouden komen.
Uit het voorgaande blijkt wel, dat zowel bij het doen van
een uitlening tegen borgstelling, als gedurende de gehele
looptijd daarvan, van de beheerders een zeer grote zorg
vuldigheid en blijvend toezicht worden gevraagd, zowel op
de debiteur als op de borgen. Bij de verlening dient de cre-
diefwaardigheid van de debiteur zelf fe worden bezien en
de verhouding tussen zijn eigen vermogen en zijn verplich
tingen fe worden nagegaan en bovendien in het bijzonder
beoordeeld te worden of inderdaad de draagkracht van de
borg voldoende groot is; niet mag men hierbij uitgaan van
de overweging of het borgstellingsbedrag uiteindelijk bij al
gehele uitwinning nog wel verhaalbaar zou zijn, want dan zou
de boerenleenbank in hef weliswaar onverhoopte, doch toch
steeds mogelijke geval, dat men de borg moet aanspreken,
toch wel voor een zeer onaangename taak staan; een even
tuele borg moet in staaf geacht kunnen worden om ook onder
ongunstige omstandigheden het bedrag van zijn borgstelling
cp tafel te leggen, zonder dat het voor hem daarbij nodig zal
zijn zijn bedrijf geheel of gedeeltelijk te liquideren of zonder
dat zijn levensomstandigheden in ernstige mate worden aan
getast. In hef algemeen kan gezegd worden, dat een borg voor
vijf a tien maal hef bedrag van zijn borgstelling goed moet
zijn. Wij laten hier nu natuurlijk buiten beschouwing de zeer
bijzondere omstandigheden, welke zich bij voorbeeld bij
oorlogsslachtoffers wel voor kunnen doen, waar als het ware