7164 den immers min of meer fot vastlegging van haar middelen geforceerd, omdat zij anders bij handhaving van de spaar- renfe op het als een minimum beschouwde peil van thans, niet op rendabiliteitsbasis zouden blijven. Daarnaast wordt een beweging voelbaar, waarbij de beter renderende beleg gingen, die uit een oogpunt van soliditeit ook voor onze landbouwcredietorganisatie in aanmerking komen, voorbe houden blijven aan financiële instellingen, waarbij de over heid meer rechtstreeks betrokken is, zoals z.g. publiekrechte lijke bouwspaarkassen en ook de Herstelbank. Ten deze zullen wij als doodgewone instelling van privaat initiatief, op onze ,,qui vive" moeten blijven en is hechte samenwerking tussen Centrale Bank en boerenleenbanken een dringende eis. Een dergelijke samenwerking zal vooral daarin moeten bestaan, dat het beleggingsbeleid van Centrale Bank en van boerenleenbanken behoorlijk op elkander zijn afgestemd. Daartoe kan het dienstig zijn nog eens te herhalen, dat onder de huidige omstandigheden temeer klemt, dat de boerenleen banken bij het doen van uitzettingen bij wijze van belegging zich beperken tot de uitzetting in eigen kring, waarbij ook de hypotheekverlening ter financiering van z.g. eigen woningen ten plattelande, op de wijze, zoals wij die hebben uiteengezet in onze circulaire betreffende de Financieringsregeling Wo ningbouw 1948, in aanmerking kan komen. Van uitzetting ter algemene kapitaalmarkt, waaronder wij verstaan uitleningen aan lagere publiekrechtelijke lichamen buiten eigen of na burige gemeenten, of van aankoop ter beurze, dienen de boerenleenbanken zich zeker onder de huidige omstandig heden volstrekt te onthouden. Indien het voor onze organi satie in haar geheel noodzakelijk is zich op dit algemeen be leggingsterrein te bewegen, moet zulks worden overgelaten aan de Centrale Bank, die met de haar ter beschikking staande middelen bijzondere mogelijkheden kan benutten, alsmede de kapitaalstroom in ons financieel organisme zodanig kan leiden, dat voor de organisatie in haar geheel kan worden bereikt de handhaving van de noodzakelijke liquidifeitsgraad bij een zo hoog mogelijk rendement en met behoud van voldoende mogelijkheden om te kunnen aanpassen aan een op en neergaande beweging van de rentestand. Ongetwijfeld zullen bij een op deze doeleinden gerichte

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1948 | | pagina 10