7148
laatste hiermede verbruikt zijn, vraagt hij bij de boerenleen
bank een crediet in lopende rekening aan en hij beschikt
daarover tegen overlegging van facturen ter betaling van
zaai- en pootgoed, kunstmest, lonen, e.d. De reden, waarom
crediet werd gevraagd, is hier de aankoop van grond en tot
een dergelijk doel zou zonder toestemming van de Ned.
Bank niet over crediet mogen worden beschikt (zie Algeme
ne Vergunning no. 40). Het doel echter, waartoe iedere af
zonderlijke beschikking plaats vindt, is de betaling van poot
goed, meststoffen enz. en dit mag overeenkomstig Algemene
Vergunning no. 40 tegen overlegging van facturen ten laste
van het crediet in vrij geld geschieden.
In verband hiermede is het aan te bevelen onder 5. zonodig
zowel de reden of aanleiding van de credietaanvrage te noe
men als hef doel, waartoe de beschikking over voorschot of
crediet t.z.t. zal plaats vinden.
Wij wijzen hierbij nog op de verplichting, welke bestaat
om voor crediet- of voorschot-verleningen groter dan
50.000.of crediet- of voorschot-verhogingen, waardoor
het totale crediet en'of voorschot groter dan 50.000.
wordt, te voren vergunning van de Nederlandsche Bank aan
te vragen.
Het doel, waarvoor voorschot of crediet wordt verleend,
is van groot belang in verband mef een goede beoordeling
van de betrokken post. Ook de statuten vorderen, dat de
verlening zal plaats vinden „tof werkelijke verbetering, in
standhouding of ter voorkoming van achteruitgang van het
bedrijf". De uitgeleende gelden zullen dus in het bedrijf een
productieve aanwending moeten vinden. Ook hierbij zal hef
goed zijn in het oog te houden het verschil tussen de reden
of aanleiding voor de credietaanvrage en het naaste doel,
waarvoor de gelden zullen worden opgenomen. Stel bijvoor
beeld, dat iemand crediet aanvraagt voor zijn lopende be-
drijfsuitgaven, die vóórdien deze uitgaven uit zijn contante
middelen kon bestrijden, doch die deze contante middelen
heeft moeten besteden voor betaling van belasting of voor
het betalen voor de uitzet van een kind; in feite geschiedt de
credietaanvrage dan niet voor een productief doel en er zal
aanleiding zijn om goed te overwegen of aanvrager, nadat
zijn vermogen is verminderd door de belastingbetaling of
door de uitkering aan hef kind, als voldoende credietwaardig