7131
men waarin Nederland nog sfeeds verstrikt is, dan de Neder-
landsche Bank die zich in de loop van haar bestaan van enkel
circulatiebank gebaseerd op het monopolie van de uitgifte
van bankbiljetten heeft ontwikkeld tot de Centrale Bank,
waarop andere banken ter handhaving van haar liquiditeit
kunnen terugvallen en die een leidinggevende functie vervult
op de geld- en kapitaalmarkt in het algemeen en ten aanzien
van het particuliere bankwezen met het oog op de soliditeit
en liquiditeit daarvan in het bijzonder. Deze laatste taak van
de Nederlandsche Bank is in de laatste jaren ook voor onze
boerenleenbanken merkbaar naar voren gekomen in verband
met hef toezicht op de crediefverlening, welke door de Ne
derlandsche Bank wordt uitgeoefend.
Wij willen in dit artikel enkele belangrijke punten uit de
inhoud van het jaarverslag over 1947 naar voren brengen.
Omtrent de economische ontwikkeling in ons land in 1947
wordt opgemerkt, dat deze het kenmerk droeg van een voort
gezet en belangrijk herstel. De industriële productie ver
toonde ten opzichte van 1946 een vermeerdering van 26%,
terwijl gedurende het laatste kwartaal van 1947 de gemid
delde productie van 1938 met 5% werd overschreden. De
landbouwproductie onderging tengevolge van de strenge
winter en de te droge zomer een terugslag. De productie
van granen bleef bijna 400.000 Ion ten achter bij die van
1946, die van knol-, bol- en wortelgewassen bijna een mil-
lioen ton. De opbrengst per H.A. bedroeg voor dze gewas
sen slechts 78.6% resp. 78.4% van hef gemiddelde van de
jaren 1930/39. In de veeteelt steeg de melkproductie ten
opzichte van 1946 met circa 5%; niettemin bereikte zij nog
slechfs een peil van 67% van 1938.
De algemene vooruitgang in de economische toestand
van ons land kwam in hef bijzonder tot uiting in de vermeer
dering van de export, welke in 1947 1892 millioen beliep
tegenover 815 millioen in 1946, derhalve een stijging van
232%. Het aandeel van de landbouw, veeteelt en visserij
in het totaal van de uitvoer over 1947 was 27.8%. Hoe ver
heugend de toeneming van de uitvoer op zichzelf ook is
geweest, anderzijds was de zeer belangrijke toeneming van
de invoer, welke met een totaal van 4279 millioen de in
voer van 1946 met 85% overtrof, aanleiding tot grote be-