7126
een Verenigde Vergadering (van Bestuur en Raad van Toe
zicht). Het kenmerkende hiervan is, dat de leden „door el
kaar" stemmen, dus niet het Bestuur apart en de Raad van
Toezicht apart. Dit instituut is gedacht als een instantie voor
gevallen, die van groot belang zijn doch die beter niet in de
Algemene Vergadering worden gebracht (schenden van
ambtsgeheim, ontzetting van een lid van het Bestuur of van
de Raad van Toezicht) en voor het geval dat de stemming
over een Kassiersbenoeming in het Bestuur is vastgelopen.
Art. 21. De titel van Onder-Directeur (evenals die van
Vice-President) vervalt. Niet zelden is deze rang bepalend
voor de opvolging. Hoe verdienstelijk Onder-Directeuren en
Vice-Presidenten ook kunnen zijn, bestaat toch geen zeker
heid, dat bijv. na 10-20 jaren geen nog betere krachten voor
de alsdan openvallende functie van Directeur of President
aanwezig zullen zijn. Als plaatsvervanger treedt het oudste
lid op. Voor het belangrijke geval, dat de Algemene Verga
dering door een plaatsvervanger geleid zou moeten worden,
is een speciale regeling voorzien (art. 41).
Art. 22. Hierin is geregeld het geven van ontslag aan
een lid van het Bestuur door de Algemene Vergadering.
Art. 25. Dit artikel, regelend de bevoegdheid van de Kas
sier, is ingrijpend gewijzigd. Hef is aangepast aan de eisen
der praktijk. De mogelijkheid om van de algemene regel
door een bijzondere procuratie af fe wijken is uitdrukkelijk
vastgelegd. Rekening is ook gehouden met de personeels
uitbreiding op grote Banken. Kort samengevat is de regeling
als volgt: Voor bekrachtiging van iedere ontvangst in de
boekjes boven 5.000.is naast de handtekening van de
kassier, die van een bestuurslid vereist. Opdrachten tot over
schrijving boven 10.000.behoeven eveneens medeon
dertekening door een bestuurslid. Meerdere ontvangsten van
een persoon op dezelfde dag worden als één ontvangst ge
nomen. Zulks geldt niet voor opdrachten tof overschrijving;
deze worden steeds afzonderlijk genomen.
Art. 27. Hierin worden op overzichtelijke wijze de ge
vallen opgesomd waarin het Bestuur de goedkeuring van de
Raad van Toezicht en van de Centrale Bank nodig heeft.
Lid 1 is bedoeld te gelden voor voorschotten of credieten
van matige omvang. In het Huishoudelijk Reglement wordt