7101
Een nadere beschouwing van de cijfers der genoemde in
stellingen, zoals die elders gepubliceerd zijn, leert ons, dat
het achterblijven van de boerenleenbanken en ook van de
Rijkspostspaarbank wat betreft de stijging van de inleggers
tegoeden daaruit te verklaren is, dat bij de laatstgenoemde
instellingen naar verhouding meer geld is ingeleverd voor
en bij de geldsanering, zodat bij die instellingen ook naar
verhouding meer geblokkeerd geld aanwezig was en is, welk
geblokkeerd geld thans uiteraard geleidelijk wordt wegge
trokken, zodat het saldo van inlegging van vrije gelden
wordt gereduceerd door de wegvloeiing van geblokkeerde
gelden. Daarnaast speelt waarschijnlijk ook een rol, dat de
spaarmogelijkheden in de kringen der boerenleenbanken
geringer zijn geweest dan in de kringen der stedelijk ge-
orienteerde bondsspaarbanken, hetgeen dan in verband zou
kunnen worden gebracht met de te laag gefixeerde produc-
tenprijzen ten aanzien waarvan thans een correctie in uitzicht
is gesteld.
Met betrekking tot de saldi tegoeden op lopende rekening
treft ons de daling der tegoeden zowel op vrije als op ge
blokkeerde rekening; hieruit mag worden afgeleid, dat de
houders van lopende rekeningen er als de kippen bij zijn,
saldotegoeden, die niet in het betalingsverkeer worden ge
bruikt, dus technisch geen girale gelden maar eigenlijke spaar
gelden zijn, in verband met de hogere rentevergoeding naar
spaarrekening te laten overboeken. Inderdaad werd dan ook
in de laatste maand van het jaar een bedrag van ruim 6
millioen van lopende rekening naar spaarrekening overge
boekt. Hieruit mag veilig worden afgeleid, dat op lopende
rekeningen bij de boerenleenbanken practisch alleen zuiver
girale gelden voorkomen en geen deposito's, zoals bij de
handelsbanken dikwijls het geval is.
Anderzijds blijkt hieruit ook de betekenis van het girale
geldverkeer voor de spaarvorming bij de boerenleenbanken;
door de girale overschrijving van de opbrengsten der pro
ducten op lopende rekening bij de boerenleenbanken ont
staat geleidelijk een surplus aan bedrijfsgelden, dat voor
overschrijving naar spaarrekeningen in aanmerking komt en
dat, indien aan de aanvoerders in contanten was uitbetaald,
lang niet altijd bij de boerenleenbank zou zijn terecht geko
men en dikwijls in de befaamde kous zou zijn gebleven.