7110 dan toch voor een aanzienlijk deel tot hef nul-punt zal terug lopen, is de verlening van een crediet in lopende rekening aangewezen. Vertoont een gedeelte van de credietbehoeffe een meer vast karakter en een gedeelte een sterkere wisseling, dan is er aanleiding de uitlening deels 'in de vorm van een voor schot, deels in die van een crediet in lopende rekening te doen. Het is noodzakelijk hierover tevoren overleg met cre- dietvrager te plegen. Deze kan er rekening mede houden, dat de voorschot-rente in het algemeen wat lager ligt. De boerenleenbank dient er tegen te waken, dat uitleningen, welke een meer vast karakter vertonen, in de vorm van een crediet in lopende rekening worden verleend: dergelijke credieten dienen tegenover lopende bedrijfsuitgaven te staan. Dit karakter van het crediet in lopende rekening brengt ook mede, dat de behoefte daaraan regelmatig ieder jaar zal blijven terugkomen en in verband daarmede openen de contractsbepalingen de bevoegdheid om de crediefverminde- ringen buiten werking te stellen. Worden dergelijke credieten echter tegen borgstelling ge geven, dan zal het belang van de borgen medebrengen, dat zij niet voor een practisch onbeperkte termijn zullen gebon den zijn en verdient het aanbeveling, om in die gevallen er niet te licht toe over te gaan om de verplichting tot cre- diefvermindering te laten vervallen. Ten aanzien van de keuze tussen voorschot of crediet in lopende rekening zijn intussen vooralsnog ook de bepalingen, in verband met de geldzuivering voor de credietverlening gegeven, van belang: bestaat de behoefte aan een lening voor doeleinden, waarvoor overeenkomstig de Algemene Vergunning no. 40 niet over crediet mag worden beschikt en zal hypothecaire dekking worden gegeven, dan kan door de uitlening in de vorm van een voorschot te doen, gebruik wor den gemaakt van Algemene Vergunning no. 57, op grond waarvan door onze boerenleenbanken uit de haar toever trouwde vrije middelen hypothecaire voorschotten in vrij geld kunnen worden verstrekt. Bestaat de credietbehoeffe in ver band met aankoop van vast goed, met het doen van uitke ring bij scheiding en deling, met aflossing van schuld elders, e.d., dan is daarom hef hypothecaire voorschot, al dan niet versterkt door borgtocht, aangewezen. Vloeit de credietbe-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1948 | | pagina 12