7065 aangeduide bijzondere regelingen niet kunnen worden toe gepast, volgens de algemene regeling de bijdrageverlening goeddeels zoals zij was: voor onroerende goederen en inven taris (dode en levende have) blijft de bijdrage bepaald op verkoopwaarde Mei 1940 ot op de bouwkosten resp. aan schafkosten per Mei 1940, verminderd met afschrijvingen; voor voorraden op de werkelijke bestede aankoopprijs, en voor huisraad blijft de oude regeling gelden. Boven op de alsvoren omschreven bijdragen worden fi- nancieringscredieten in hef vooruitzicht gesteld ot een rente vergoeding voor het bedrag der z.g. onrendabele kosten, indien hef slachtoffer de aanschaf boven de Rijksbijdrage zelf heeft gefinancierd. De financieringsregeling komt dan hierop neer, dat volgens nader vast te stellen regelen, die verschil lend zullen zijn al naargelang het betreft woonhuizen, be drijfspanden of boerderijen dan wel de aanschaf van verloren gegane inventarissen, renteloze credieten worden beschik baar gesteld, die na verloop van een periode van 10 jaar kunnen worden afgewikkeld door een uitgestelde bijdrage. De getroffenen, die hun bijdragen besteden voor de bouw ot aankoop van een woning niet groter dan 500 M3 (deze inhoud wordt verhoogd tof 1000 M3, indien het betreft een woning met bedrijfsruimte) zullen steeds op een zodanig cre- diet met uitgestelde bijdrage kunnen rekenen, dat het pand voor hen een rendabele belegging vormt. Degenen, die hun bijdrage aanwenden voor herstel of herbouw van bedrijfs panden of voor herstel of vervanging van bedrijfsuitrusting, zullen in het algemeen eveneens mits hef bedrijven be treft met een bedrijfsvermogen beneden 500.000,op credieten met eventueel een uitgestelde bijdrage kunnen re kenen. In deze gevallen zal echter evenals in alle andere ge vallen, waarin credieten en uitgestelde bijdragen worden toe gekend, bij de toepassing der credietregeling verschil wor den gemaakt naargelang van de draagkracht van de getrof fen bedrijven. Daarbij zal de rendabiliteit naast de vermo genspositie van het betrokken bedrijf maatstaf zijn. Uit hef vorenstaande zou, voor wat betreft de boerderijen- bouw kunnen worden afgeleid, daf de financieringsregeling op drieërlei grondslag zal worden opgetrokken: voor kleine boerderijen, welke bij nieuwbouw niet meer dan ongeveer 24.000,kosten, in welk geval de getroffenen alleen hef

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1948 | | pagina 3