7072
daf in het tijdvak van Mei 1945 tot 1 Januari 1948 nog 260
boerderijen zijn gereedgekomen ot zullen gereedkomen, die
slechts gedeeltelijk tengevolge van oorlogsgeweld of na de
bevrijding ontstane branden verwoest werden.
Ten aanzien van het jaar 1948 mag worden verwacht, dat
ongeveer 745 nieuwe boerderijen gereed zullen komen, in
dien de materialenpositie zulks toelaat.
Al het mogelijke wordt gedaan om belemmeringen in de
uitvoering van de bouw weg te nemen.
Ten aanzien van de thans vigerende procedure voor de
bouw van boerderijen wordt opgemerkt, dat de regionale
bureaux van het Bureau Wederopbouw Boerderijen de be
voegdheid hebben om alle nodige formaliteiten zelfstandig
te vervullen; slechts de gunning van de werken aan de aan
nemers en de goedkeuring van de individuele financierings
regelingen worden centraal door hef Bureau Wederopbouw
Boerderijen te Zwolle behandeld. De regionale bureaux dra
gen o.m. zorg voor het verkrijgen van de gemeentelijke
bouwvergunning, de goedkeuring van de betreffende wel
standscommissie en waar nodig ook de goedkeuringen van
de provinciale- of Rijkswaterstaatsdiensfen; een en ander ge
schiedt in nauw overleg met de opdrachtgevers.
Op de reeds ingeslagen weg van hef vereenvoudigen van
de formaliteiten zal worden voortgegaan.
Op de 9053 getroffen landbouwbedrijven zijn na de be
vrijding 4563 noodhuisvestingen en 6150 noodstellingen ge
bouwd. De gemiddelde kosten van deze noodvoorzieningen
bedragen ongeveer 4000,Er zijn inderdaad boeren, die
zelf het maken van een noodvoorziening ter hand hebben
genomen en daardoor goedkoper zijn uitgekomen dan indien
zulks door het Bureau Wederopbouw Boerderijen zou zijn
geschied.
Hierbij moet evenwel niet uit het oog worden verloren,
dat dan veelal gebruik is gemaakt van door de vijand achter
gelaten barakken en andere bouwsels, welke om niet ter be
schikking van de boeren zijn gekomen. Verder dient te wor
den opgemerkt, dat deze gevallen zich merendeels hebben
voorgedaan in die gebieden, waar slechts hier en daar een
boerderij was vernietigd en men dus de beschikking had
over arbeiders en materialen en bij welke bouw de boer zelf
krachtig heeft meegewerkt.