7061 ook bij de oprichting der Centrale Bank een belangrijke rol gespeeld. Dat zijn belangstelling voor onze organisatie nog niet is verdwenen, bleek dien avond weer duidelijk. CIRCULAIRES No. 249 d.d. 28 OCTOBER 1947 TOT EN MET No. 262 d.d. 13 JANUARI 1948. Achtereenvolgens worden behandeld: in circulaire no. 249: de kasverschillen, die tijdens de geld- sanering zijn ontstaan; in circulaire no. 250: een nieuw systeem met betrekking tot de door het Bestuur te verrichten jaarlijkse controle der spaar-, voorschot- en lopende rekeningboekjes, alsmede het in gebruik nemen van uittreksels volgens een nieuw model; in circulaire no. 251een aanvulling van circulaire no. 246 d.d. 30-9-1947, inzake de bestedingscontröle namens de Hersfelbank; in circulaire no. 252: het rapport der Commissie voor de kassiersbezoldiging; in circulaire no. 253: 1) Herstel vermogensovergang, Rijks- markengebied, 2) Deblokkering, 3) Deviezenbesluit 1945, 4) Vorderingen op Canada en Zuid-Atrika, 5) Consumenten- crediet; in circulaire no. 254: De Nieuwe „Beschikking Deblokke ring 1945" en de nieuwe „Beschikking Molestverzekerings- uitkeringen 1945"; in circulaire no. 255: het nieuwe girobiljet, in gebruik te nemen op 15 December 1947; in circulaire no. 256: de afwikkeling geldzuivering wat betreft de geblokkeerde saldi tof en met 500. in circulaire no. 257: speciale vergunningen voor levens onderhoud en studiekosten; in circulaire no. 258: de inwerkingstelling van de beschik king afwikkeling geldzuivering en de uitgifte van investe- ringscertificafen; in circulaire no. 259: de rente-vergoeding voor geblok keerde gelden;

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1948 | | pagina 19