7056
stonden, waaraan bij de samenstelling van de maatstaf in
1927 zeker niet kan zijn gedacht. Dit was voor U dan ook
aanleiding om in 1945 de maatstaf voor de kassiersbezoldi
ging buiten werking te stellen en een als tijdelijk bedoelde
aanvullende foeslagregeling in te voeren.
Op grond van recente gegevens heett de Commissie voor
een aantal banken berekeningen volgens de oude maatstaf
doen verrichten. Deze berekeningen leverden uitkomsten
op die de draagkracht der banken aanmerkelijk overtreffen.
Vervolgens werd het als een gemis gevoeld dat de bij
onze banken zo op de voorgrond getreden taak der kapi
taalsacquisitie in de oude maatstaf geen reflex vindt.
Tevens meent de Commissie, dat, waar de salariskosten
steeds meer bedragen van betekenis gaan worden, hef aan
beveling verdient, dat in de maatstaf zelf de waarborg zij
gelegen, dat deze niet onaanzienlijke bedrijfslast ook inder
daad kan worden opgebracht. Deze waarborg herbergt de
oude maatstaf niet.
Bovenstaande overwegingen in aanmerking nemende
heeft de Commissie zich gezet aan het samenstellen van een
nieuwe maatstaf waarbij als grondgedachte rekening wordt
gehouden:
a. met de door de kassier gepresteerde arbeid,
b. met de winstbronnen der bank.
Gezocht werd naar een samenvatting van deze twee ele
menten hetgeen meebracht, dat zij beide in de nieuwe rege
ling enigermate getemperd tot uiting komen.
De maatstaf welke de vrucht der gehouden beraadslagin
gen vormt, luidt als volgt:
Maatstaf 1947.
f- m van de schuld aan spaarders, depositohouders en
lopende rekeninghouders (crediteuren).
2. van de vordering op voorschotnemers en lopende
rekeninghouders (debiteuren). Door de Centrale Bank
kan worden bepaald, hetzij dat zekere uitzettingen we
gens hun aard niet onder deze regeling zijn begrepen,
dan wel boven een zeker totaalbedrag aan uitstaande
vorderingen een lagere of generlei vergoeding zal wor
den gegeven.