7035
willen geven om wanneer zich het geval zou voordoen, dat een saldo
iegoed van 500.of minder, dat behalve monetair ook nog fiscaal
is geblokkeerd, in optierekening moet worden omgezet, daarmede de
noodige voorzichtigheid te betrachten en van dergelijke rekeningen
zeker geen gelden te gaan vrijgeven zonder voorafgaand overleg met
den betrokken inspecteur.
Nadat alle rekeningen tof de hier besproken categorie behoorende
in optierekeningen zijn omgezet, wordt weer een onderscheid gemaakt
tusschen:
a. Optierekeningen met een saldo tegoed beneden 100.
Deze saldi kunnen onmiddellijk naar vrije rekening worden over
geboekt resp. in contanten worden uitbetaald.
Daalt hef tegoed van een optierekening bijv. door gedeeltelijke
overboeking naar beleggingsrekening (waarover hieronder nader)
beneden 100.dan mag het restant eveneens worden vrijgege
ven. Dit overboeken naar vrije rekening betreft dus uitsluitend de
eventueele restanten beneden 100.—, waaruit volgt, dat het niet
geoorloofd is om bij rekeningen met een gebroken saldo boven
100.het gebroken bedrag maar alvast vrij te geven, teneinde
op die manier te komen tot afronding van het tegoed op 100.
of op een veelvoud daarvan.
b. Optierekeningen met een saldo tegoed van 100.— tot en met
S00.
Evenals de houders van optierekeningen met een saldo tegoed
van meer dan 500.straks een keuze zullen moeten doen tus
schen een van de hieronder nader aan te geven bestedingsmoge
lijkheden, kunnen ook de houders van optierekeningen een tegoed
aanwijzende van 100.— tot en met 500.— zulk een keuze doen.
Practisch zullen zij zich echter wel allen op de (geblokkeerde) be
leggingsrekening werpen, omdat zij daarbij reeds op 1 Juni 1948
300.vrij krijgen wat in menig geval het geheele saldo is
en op 1 Juni 1949 de rest. Welke de verdere voordeelen van deze
beleggingsrekening zijn, staaf uitvoerig vermeld in de circulaire
welke in verband met deze omzetting ter toezending aan de be
trokken rekeninghouder werd ontworpen en waarvan U den tekst
in zijn geheel in circulaire no. 256 vindt opgenomen. Het heeft der
halve geen zin in dit artikeltje nog nader daarop in te gaan.
Alleen maatschappen, vennootschappen, onderlinge waarborgmaat
schappijen, coöperatieve en andere vereenigingen waarop het Besluit
op de Vennootschapsbelasting van toepassing is, kunnen niet van de
beleggingsrekening profiteeren en zullen dus een keuze moeten doen
tusschen een van de andere mogelijkheden om hun tegoed van optie
rekening te besteden. Lichamen, welke geen bedrijf uitoefenen en dus
geen vennootschapsbelasting behoeven te betalen, zooals Kerk-, School-,
Armbestuur en Diaconie, Vincentius-, Elisabeth- en andere liefdadig-
heidsvereenigingen, Harmonieën en soortgelijke instellingen worden
dus, wat betreft de omzetting van hun tegoed van optierekening in be
leggingsrekening, met particulieren gelijk gesteld.