7015
Steeds geldt deze hootdregel, dat bij het overlijden van
een credietnemer het door hem genoten crediet onmiddel
lijk moet worden stopgezet. Er mag dus zoodra de crediet
nemer gestorven is, onder geen enkel voorwaarde meer over
het crediet worden beschikt in dien zin, dat daardoor een
debetstand zou ontstaan ot een bestaande debetstand zou
worden verhoogd. Zelfs indien de credietnemer voor zijn
dood iemand anders schriftelijk zou hebben gemachtigd
namens hem over het crediet te beschikken, mogen na het
overlijden van den credietnemer geen verdere disposities
meer worden toegestaan daar door den dood van den last
gever de volmacht van rechtswege vervalt.
De beëindiging van het crediet is noodzakelijk omdat op
namen, welke na het overlijden door de erfgenamen zouden
worden gedaan, niet zijn gedekt door de zekerheidstelling
welke voor het crediet is gegeven. Immers de borgstelling
of de hypotheek welke ter waarborging van het crediet werd
verleend strekt alleen tot meerdere zekerheid van hetgeen
de Bank van den credietnemer zelf te vorderen heeft of te
vorderen mocht krijgen, doch niet van datgene wat de erf
genamen uit eigen hoofde, dus wegens door hen zelf opge
nomen gelden aan de Bank zouden verschuldigd worden.
De H.H. Kassiers en Bestuursleden gelieven hiervan goede
nota te nemen.
Ook indien een borg voor een crediet zijn borgstelling
opzegt is hij niet meer voor de verdere disposities op het
crediet aansprakelijk, zoodat in een dergelijk geval het cre
diet eveneens onmiddellijk moet worden stopgezet. We|
heeft dit niets met het overlijden van den credietnemer te
maken, doch het kwam ons gewenscht voor terloops ook
hierop even de aandacht te vestigen.
Staaf de rekening credit, dan mogen de erfgenamen uifer-,
aard wel over het tegoed beschikken, mits de af te geven
kwitanties worden onderteekend door al de erfgenamen,
voorzoover zij althans meerderjarig zijn, respectievelijk door
iemand, die daartoe schriftelijk door hen is gemachtigd.
Teneinde te kunnen nagaan of werkelijk alle rechthebben
den hebben geteekend, laten de kassiers zich een door den
notaris af te geven verklaring van erfrecht overleggen, tenzij
hij ook zonder een dergelijk stuk precies weef wie de erf
genamen zijn. Voor het beschikken over een eventueel ere-