7002 den van de geldzuivering, die onze boerenleenbanken zoo bekend is door de geldsaneeringsmaatregelen, bij de uit voering waarvan zij zoo intens betrokken waren, stond bij de saneering van het geldwezen de waarde van het ruilmid del alszoodanig, binnenlands en in verder liggend verband ook ten opzichte van het buitenland, op het spel, bij de munt- zuivering gaat het over de uiterlijke feekenen, waarin het geld en in het bijzonder de pasmunt van staatswege in om loop wordt gebracht. De geldsaneering had in de eerste plaats ten doel met een reeks van forsche maatregelen de als gevolg van het wanbeheer tijdens de bezettingsjaren sterk uitgezette en verwaterde bankbiljeftencirculatie en de onrustbarend verhoogde en geactiveerde omzet der bank rekeningen (girale geldcirculatie) tot een meer redelijken omvang in verhouding tot de aanwezige goederen terug te brengen. De voorgenomen muntzuivering heeft op het oog de opheffing van het muntbederf, teweeggebracht door de uitgifte tijdens de bezetting, van het slechte zinkengeld, dat sterk aan slijtage onderhevig is en bovendien nog voorzien is van Germaansche symbolen, die ons nog dagelijks her inneren aan de jaren van uitbuiting tijdens de bezetting en door de bovenmatige uitgifte van zilverbons. Alvorens in te gaan op de voorstellen, vervat in het ont werp van „Wet houdende een nieuwe regeling van het Nederlandsche muntwezen", willen wij nog even in herinne ring brengen eenige der verfoeilijke maafregelen van den bezetter, die het muntbederf zoozeer in de hand hebben gewerkt, te weten de invoering van zinken stuivers en zinken centen, halve stuivers, dubbeltjes en kwartjes in de jaren 1941 en 1942, spoedig gevolgd door het buitenomloop stellen van de vooroorlogsche munten en tenslotte ten top gevoerd door de uitvaardiging van de inleveringsplicht der buiten omloop gestelde munten. Verblijdend was de verzets wil van het Nederlandsche volk, tof uitdrukking komende in de geringe bereidheid om aan de opgelegde inleverings plicht te voldoen: van de Rijksdaalders werden slechts 2.7% ingeleverd; van de guldens 10%, van de halve guldens 6.5%, van de kwartjes 3.2%, van de dubbeltjes 5.3%, van de stuivers 7.3%, van de halve stuivers 17.5% en van de centen 9.9%. Dat betrekkelijk veel gelden werden inge leverd vond zijn verklaring in den tersfond grijpbaren voor-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1947 | | pagina 12