7000
een boedelscheiding betreft uitsluitend de verhouding tus-
schen de erfgenamen onderling, waar de Bank als creditrice
buiten staat en waar zij zich ook niet mede in moet laten.
Haar Bestuur mag zich dus niet laten overhalen om door
mede-comparitie of op andere wijze bij een eventueele
scheiding en deeling, de toedeeling aan een der erfgena
men goed te keuren, daar de bank anders hare rechten tegen
over de andere erfgenamen zou verliezen. Tegenover de
bank zijn en blijven de gezamenlijke erfgenamen ook ge
zamenlijk debiteur.
Bij een toedeeling als hierboven bedoeld, moet wel de
brandpolis ten name van den nieuwe verkrijger worden ge
steld. Bovendien moet deze tot meerdere zekerheid aan de
Bank verpanden zijn rechten op uifkeering van de assuran
tiepenningen in geval van brandschade aan de verbonden
onroerende goederen overkomen. Dat daarnaast in ieder
geval de nieuwe verkrijger zich jegens de Bank hoofdelijk
aansprakelijk zal moeten stellen voor de geheele schuld,
spreekt van zelf. De Bank moet m.a.w. wel het recht hebben
om, wanneer zij dit wenscht, den nieuwen eigenaar met
voorbijgaan van de andere erfgenamen tot betaling van de
geheele schuld te kunnen aanspreken doch de verplichting
daartoe kan zij niet op zich nemen.
Tenslotte zij nog opgemerkt, dat die erfgenamen, welke
in de termen vallen voor het lidmaatschap der Bank, ook
werkelijk als lid moeten toefreden, voorzoover zij dit niet
reeds hebben gedaan.
b) Voorschotten gedekt door persoonlijke borgstelling
mogen alleen worden gehandhaafd indien alle erfgenamen
van den voorschotnemer meerderjarig zijn, de nalatenschap
zuiver aanvaarden en gezamenlijk het bedrijf van den over
ledene voortzetten. Bovendien moeten allen lid worden van
de bank. In gevallen als deze verdient hef echter aanbe
veling om door de erfgenamen steeds een verklaring te
laten feekenen als hierboven bedoeld en inhoudende, dat
zij zich hoofdelijk voor de resteerende schuld aansprakelijk
stellen.
Zouden ook een of meer borgen tof de erfgenamen be-
hooren, dan moef in ieder geval door de erfgenamen voor
aanvullende zekerheid worden gezorgd, omdaf men niet
voor zich zelf borg kan zijn.