6987 gemakkelijk over omdat daarbij algeheele liquidatie van den boedel onvermijdelijk wordt. Wordt de boedel zuiver aanvaard, dan zijn de schuld- eischers bevoegd de erfgenamen gezamenlijk tot betaling aan te spreken mits van deze bevoegdheid wordt gebruik gemaakt binnen één jaar na het overlijden van den erflater. Na het verstrijken van dezen termijn moet echter elke erf genaam afzonderlijk voor zijn aandeel in de schuld worden aangesproken. Dat zulks den crediteur veel last en moeite kan bezorgen, vooral wanneer het aantal erfgenamen groot is en hun woonplaatsen her en der verspreid zijn, is zonder meer duidelijk. Bovendien beloopt de crediteur in dat geval kans, dat een ot meer ertgenamen financieel niet voldoende gegoed zijn voor het aandeel dat zij voor hun rekening heb ben gekregen, welk aandeel dan niet op de mede-erfgena men kan worden afgewenteld. Het is om bovenstaande redenen noodzakelijk, dat na hef overlijden van een debiteur (of borg) zoo spoedig mogelijk door het Bestuur van de Bank moet worden nagegaan wat de erfgenamen van plan zijn te doen met de nalatenschap en de daartoe behoorende schulden. Wenschen zij n.l. niet te aanvaarden de voorwaarden welke de Boerenleenbank voor het verder handhaven van bestaande voorschotten ot credieten meent te moeten stellen, zoodat tot opvordering daarvan moet worden overgegaan, dan is het zaak daarvoor nog zooveel tijdsruimte aan te houden, dat ingeval het on verhoopt tot rechtsmaatregelen zou moeten komen, de dag vaarding binnen één jaar na het overlijden kan worden uit gebracht, teneinde te voorkomen, dat alle erfgenamen af zonderlijk zouden moeten worden aangesproken. Wordt de nalatenschap wegens hare insolventie door de erfgenamen verworpen of onder voorrecht van boedelbe schrijving aanvaard, zoodaf de erfgenamen in privé niet voor de verplichtingen van den erflater kunnen worden aanspra kelijk gesteld, dan moet op liquidatie van den boedel wor den aangestuurd, indien althans de erfgenamen niet uit eige ner beweging daartoe wenschen over te gaan. De aangewezen weg om dit te bereiken is het laten failleeren van de nalaten schap. De termijn waarbinnen dit mogelijk is verstrijkt echter reeds zes maanden na hef overlijden van den debiteur. Hier uit volgt, dat bij het overlijden van een insolventen debiteur

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1947 | | pagina 13