6964
komen inzake een definitieve financieringsregeling voor den
boerderijenbouw departementale molens malen immers
langzaam wij hebben wel eenig resultaat voor de getrof
fenen verkregen, doordat n.l. hef A.P.M. zich bereid heeft
verklaard in bepaalde gevallen door onze tusschenkomst te
willen medewerken tot het verleenen van een voorschot op
de molesfverzekeringsuitkeering. Dit voorschot zou ten hoog
ste kunnen bedragen 15% van de door de verzekeringsmaat
schappij erkende schade. Het zal U duidelijk zijn, dat de ver
leening van een dergelijk voorschot, waarvoor ook de Her-
stelbank hare medewerking heeft toegezegd, de financie
ringsmoeilijkheden, die op basis van de voorloopige 25%
regeling thans worden ondervonden, aanmerkelijk zal kun
nen verlichten. In de desbetreffende gevallen zullen wij dan
ook in de toekomst door tusschenkomst van de boerenleen
bank de betrokkenen in de gelegenheid stellen om een voor
schot bij het A.P.M. aan te vragen. De toezending van onze
formulieren moet daartoe worden afgewacht.
4. Zijn de voorafgaande punten alleen van belang voor
de boerenleenbanken in de geteisterde streken, de beide
navolgende mededeelingen hebben betrekking op de activi
teit van alle aangesloten boerenleenbanken. Gaarne zou ik
daarbij meer uitvoerig zijn ingegaan op het door de Cen
trale Bank gevoerde beleid inzake de rentevergoeding aan
en door de boerenleenbanken. Wegens tijdgebrek moet ik
ermede volstaan met te wijzen op de groote moeilijkheden,
die wij daarbij ondervinden. Vooreerst hebben wij daarbij
fe doen met de groote onzekerheid omtrent de kapitalen,
die blijvend aan ons zullen worden toevertrouwd; deze on
zekerheid maakt het noodzakelijk om de toevertrouwde gel
den overwegend op korten termijn uit fe zetten, waarbij
uiteraard ook het rendement zooveel geringer is. Daarnaast
bestaat de onzekerheid over de. rente, die de Centrale Bank
zelf zal maken over het meerendeel van de haar toevertrouw
de gelden, die op een bijzondere rekening bij 's Rijks Schat
kist zijn gestort. De regeling, waarop deze belegging in
's Rijks Schatkist berust, gold slechts voor een jaar. Met in
gang van 1 Juni zou zij zijn beëindigd, behoudens verlen
ging; daarover zijn wij bijtijds ten departemente in bespre
king gegaan, maar wij hebben nog steeds geen beslissing
en vandaag is het 2 Juni. Het is verre van mij om daarvan de