6960 bij voortduring van de lage rentepolitiek moeilijk vallen de bij onze boerenleenbanken reeds verlaagde spaarrenfe te handhaven en zou deze wellicht moeten worden terugge bracht tot een peil, waarbij het twijfelachtig is of de boeren leenbanken als organen van het spaarwezen nog wel vol doende levensmogelijkheden overhouden. Moge de over heid, die op geld- en kapitaalmarkt zoo sterk haar invloed doet gelden en wie overigens hef spaarwezen zoo zeer ter harte gaat, aan deze vraagstukken toch haar volle aandacht blijven schenken. In het licht dezer beschouwing moet ook worden gezien het aanzienlijk verhoogde kostencijfer, dat opliep tot een be drag van 618.000.alsmede het voor voldoen van ver schuldigde belastingen gereserveerde bedrag van 700.000, welke bedragen moeten worden geput uit een bruto-op- brengsf, die werd verkregen met de zooeven genoemde rentemarge van 19/100%. Dat zulks op den duur niet kan worden volgehouden, speciaal wat betreft hef betalen van dergelijke belastingbedragen, zal wel door niemand worden betwijfeld. Onder de bedrijfslasten komen vervolgens nog voor de voorgestelde stortingen in het Pensioenfonds met een bedrag van 150.000.terwijl de bijdrage aan het Onderling Waarborgfonds en aan het Steunfonds Boerenleenbanken respectievelijk is bepaald op 5.000.en 10.000. Wat het laatstgenoemde steunfonds betreft, moge in herin nering worden gebracht, dat voor tegemoetkoming uit dit fonds alleen in aanmerking worden gebracht die boerenleen banken, die buitengewone moeilijkheden hebben te over winnen, doch welker beheer overigens naar het inzicht van ons Bestuur voldoende doortastend wordt gevoerd. Ondanks de opofferingen, die onze Centrale Bank zich moest getroosten verbleef haar een netto-jaarwinst van 325.909.ten aanzien waarvan een voorstel tot verdeeling is gedaan conform de statuten en wel op zoodanige wijze, dat het Reservefonds kan worden versterkt met 53.776. de Gemeenschappelijke reserve met 5.975.en aan de Effectenreserve een bedrag van 250.000.kan worden toegevoegd. Met nadruk moge ik er nog eens op wijzen, dat bij de toeneming der kapitalen, die aan de Centrale Bank zijn toevertrouwd, ook wanneer deze niet op het huidige

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1947 | | pagina 10