6940
31 Dec. 1945 31 Dec. 1946
Deposito met
12 maanden opzegging 24.590.420.25.487.620.
Deposito met
6 maanden opzegging 198.900.197.600.
Direct
opvorderbare gelden 589.750.329.498.886.669.
Per saldo dus een vermindering van de beschikbare midde
len met ruim 90 millioen. In de toelichting, die wij uitvoe
riger dan voorheen bij de jaarcijfers in het jaarverslag hebben
verstrekt, hebben wij aan de hand van de cijfers doen uit
komen, dat de vermindering der beschikbare middelen bij
de C.C.B. geheel op rekening kan worden geschreven van
de afneming van het bij de boerenleenbanken uitstaande
geblokkeerde tegoed. Zoowel de geblokkeerde spaargelden
als de geblokkeerde gelden in loopende rekening bij de boe
renleenbanken vertoonden een regelrecht dalende lijn. De
geblokkeerde middelen bij de boerenleenbanken daalden
in totaal van 352 millioen tot 210 millioen per ultimo
December 1946. Hierin is het resultaat te zien van de beperkt
voortgezette deblokkeering, de belastingbetaling en de in
schrijvingen in het Grootboek 1946.
De vrije gelden daarentegen stegen in totaal op spaar- en
loopende rekeningen van 314 millioen tot 357 millioen,
dus derhalve met ruim 43 millioen.
In het licht van de geldende omstandigheden kan de uit
deze cijfers blijkende ontwikkeling als gezond worden ge
noemd. Zij duidt op een geleidelijke vernietiging van het
geblokkeerde geld, alhoewel minder snel dan aanvankelijk
werd verwacht en voorts op in het algemeen bevredigende
uitkomsten in het land- en tuinbouwbedrijf voor het kleine
gemengde bedrijf minder gunstig die leidden tot inlagen
van vrije spaargelden en toenemende bedrijfsgelden bij de
boerenleenbanken; wat het verloop van de vrije rekeningen
betreft is echter ook de uitkeering van voorschotten land-
bouwherstel en van steun aan kleine bedrijven van bedui
dende beteekenis geweest. Zulks had aanleiding kunnen ge
ven tot de verwachting van een grooter toeneming der vrije
gelden; uit het verloop der bankbiljetten in onze centrale kas
is echter wel gebleken, dat nog heel wat bankbiljetten in