6927
jaren nogmaals met ten hoogste vijt jaren kan worden ver
lengd. Nadat de looptijd van de jaarlijksche bijdrage defi-
nitief is geëindigd, volgt een slotuitkeering, gelijk aan de
niet-rendabele bouwkosten, vastgesteld naar den toestand
op het tijdstip der uitbetaling. Practisch komt het dus hierop
neer, dat na verloop van ten hoogste vijftien jaren volledig
door hef Rijk zal worden vergoed het gedeelte van de bouw
kosten dat alsdan niet rendabel wordt geacht, terwijl in den
tusschentijd over het niet-rendabele gedeelte door den bou
wer ieder jaar opnieuw een bijdrage zal worden ontvangen
van 4%. De bouwer moet derhalve zelf de volledige bouw
kosten betalen en krijgt eerst later het niet rendabele ge
deelte daarvan terug van het Rijk, dat den bouwer daaren
boven zal vergoeden den rentelast op dit gedeelte druk
kende.
Hef Rijk hoopt op deze wijze het bouwen van nieuwe
woningen aaiflrekkelijker te maken voor hen, die wel kun
nen beschikken over de contanten welke voor het finan
cieren van den nieuwbouw noodig zijn, doch er weinig of
niet voor voelen hun geld voor dit doel te besteden daar
het wegens de hooge bouwkosten niet rendabel zou zijn.
Voor het berekenen van het gedeelte van de bouwkosten,
dat als rendabel moet worden aangemerkt, geldt een vrij
ingewikkelde regeling waarbij als basis wordt genomen de
gekapitaliseerde netto huuropbrengst zijnde de door den be
trokken Minister vastgestelde huurprijs (huurwaarde) vermin
derd met de verschillende op de exploitatie rustende lasten
(belastingen etc.). Het verschil fusschen de totale bouw
kosten en het aldus vastgestelde rendabele gedeelte daar
van, vormt dan de niet-rendabele bouwkosten. Volledig
heidshalve zij er nog op gewezen, dat de onderlinge ver
houding in den loop der jaren wordt gewijzigd indien van
Regeeringswege verhooging of verlaging van huur zou wor
den toegestaan. De mogelijkheid, dat bij de slotuitkeering
het niet-rendabele gedeelte aanmerkelijk zal afwijken van
het bedrag waarop dit aanvankelijk was vastgesteld, is dus
niet uitgesloten.
De Rijksbijdragen worden uitgekeerd aan dengene waar
aan ze zijn toegekend. Als regel is dit uiteraard de bouwer
(eigenaar) doch hef is mogelijk, dat de beschikking ook ten
name van een of meer hypotheekhouders wordt gesteld.