6903
ten aanzien van de kinderen, die in het bedrijf werkzaam
zijn geweest.
3a. Waarde niet-geoogste vruchten.
Voorzoover de waarde van niet-geoogste vruchien, die
tenminste eenmaal in de drie jaren worden ingeoogst,
tusschen de twee peildata door liquidatie van het land
bouwbedrijf gerealiseerd is, adviseert de Stichting even
eens een aftrekpost op te nemen.
3b. Reserves voor schijnwinsten.
Hetzelfde adviseert de Stichting ten aanzien van de reser
ves voor schijnwinsten, welke voor de regeling van de
Inkomstenbelasting, krachtens de bekende Ministerieele
missives buiten aanmerking worden gelalen.
III. BESPARINGEN.
Ten aanzien van de besparingen van boeren en tuinders,
die tengevolge van de slechte conjunctuur vóór den oorlog
niet hebben gespaard kan worden aangenomen, dat ook zon
der oorlog de conjunctuur ten aanzien van het landbouw
bedrijf zou zijn verbeterd. Zij worden derhalve als normale
besparingen beschouwd. Te hunnen aanzien kan, naar het de
Stichting voorkomt, de vermelding van de jaarlijksche be
sparingen in de jaren 1938 en 1939 achterwege blijven. Bo
venbedoelde besparingen, voorzoover verkregen uit bedrijfs
winst, welke den algemeenen aftrekpost van 5000,te
boven gaan, kunnen derhalve worden afgetrokken tot een
maximum van 10000,
IV. ZWARTE BEDRIJVIGHEID.
Omtrent dit onderwerp behelst de beknopte Leidraad het
navolgende: Met betrekking tot de zwarte bedrijvigheid
wordt nagegaan of de belastingplichtige, gebruik makende
van de schaarschte aan goederen en arbeidskrachten, een
aanzienlijk hoogeren prijs heeft bedongen, dan, met inacht
neming van den goeden trouw, op het tijdstip van het sluiten
der overeenkomst gebruikelijk was. Bij het beoordeelen van
de door een belastingplichtige in rekening gebrachte prijzen
wordt onderscheiden wettelijke prijzen, gebruikelijke prijzen,
hoogere prijzen dan de gebruikelijke, en aanzieniijk-hoogere
prijzen dan de gebruikelijke. Wettelijke prijzen zijn die, welke