6888
fige aanwending verzekerd is. De overheid dient daarbij
met name, aldus Dr. H., de noodige aandacht te besteden
aan de handhaving van een juiste en doelmatige verhouding
tusschen de productieve en consumptieve aanwending.
De besteding in het productieproces van het bespaarde
geld-inkomen, meestal aahgeduid als de investeering in het
productieproces, kan op verschillende wijzen plaats vinden
en wél rechtstreeks in het eigen bedrijf dan wél in een an
der bedrijf door mddel van aandeelen of obligaties of ten
slotte door tusschenkomst van de organen van de kapitaal
markt, die als institutioneele beleggers worden aangeduid.
Het is van groot belang hier over te nemen, wat Dr. H.
opmerkt over deze instellingen:
„De institutioneele beleggers (spaarbanken, boerenleen
banken, levensverzekeringsmaatschappijen, pensioenfond
sen e.d.) vormen te zamen de veelarmige delta, door wel-
„ker beddingen de spaarmiddelenstroom van honderddui
zenden burgers naar hef groote bassin der kapitaalmarkt
„vloeit. De kleine man, die zijn spaarpenningen bij de spaar-
„bank of de boerenleenbank brengt; de ambtenaar, die een
„deel van zijn salaris in het algemeen burgerlijk pensioen
fonds stort; de beoefenaar Van hef vrije beroep, die zijn
„levensverzekeringspremie betaalt, zij allen brengen met
„groote regelmaat dagelijks, wekelijks of maandelijks enorme
„bedragen verdeeld over honderdduizenden kleinere en
„grootere posten bijeen, die via de institutioneele beleggers
„naar de kapitaalmarkt worden geleid. Wij kunnen zeggen,
„daf in den modernen staaf de voorziening van de overheid
„en haar organen van kapitaalmiddelen in hoofdzaak ge
schiedt langs den indirecten weg dezer institutioneele be-
„leggers, die, indien zij op onmaatschappelijke wijze zou-
„den worden geleid, een beangstigende machtspositie in
„den financiëelen sector van onze samenleving zouden in-
nemen. Juist de breede schoeiïng van de institutioneele
„beleggingsorganen op de massa van het volk en haar in
„sterke mate op een gemeenschappelijk belang gerichte en
„overzichtelijke structuur bieden waarborgen, dat excessen
„van machtsontplooiing van haar zijde in mindere mate zijn
„te vreezen dan van de zijde van monopolistisch getinte