6887
„gespaarde op de gewenschfe en meesf doelmatige wijze
„besteed wordt.
„Het vraagstuk der kapitaalvoorziening heeft dus twee
„kanten; de vorming van kapitaal (hef sparen) en de aan-
„wending van kapitaal (het investeeren). Tusschen de pha-
„sen van sparen en investeeren bestaat in de moderne maaf-
„schappij de belangrijke schakel der georganiseerde over
bracht. De techniek van deze overdracht zullen wij hier
„niet in details beschrijven; de verschillende methoden
„(bankdeposito's, spaartegoeden, obligatiën, aandeelen,
„uitleeningen, levensverzekeringen) zijn algemeen bekend.
„Evenmin zuilen wij ons nu verdiepen in de aanwending (het
„investeeren) van het aldus ter beschikking gekomen kapi-
„taal in fabrieken, machines, mijnen, spoorwegen, schepen,
„grondstoffen enz. Geconstateerd zij hier, dat het verband
„tuschen hef terzijde leggen door den mensch van een deel
„van zijn inkomen en het voortbrengen van produciiegoe-
deren ter bevruchting van het arbeidsproces, niet steeds
„duidelijk wórdt gezien. In de moderne samenleving is een
„doeltreffende kapitaaivoorziening een voorwaarde voor de
„opvoering van de productiviteit en dus indirect voor de
„bepaling van het geheele levens- en welvaartspeil. Wij
„achten het noodig, dat het Nederlandsche volk in al zijn
„geledingen door een doelmatige voorlichting en propa-
„ganda van de noodzaak van besparingen uit hef loopende
„inkomen juist in dezen, "voor velen zoo zwaren tijd wordt
„doordrongen".
Niet altijd wordt, hetgeen wordt bespaard ook productief
besteeo; zulks kan met name het geval zijn, indien de be
dragen, die de burgers uit hun inkomen hebben overge
spaard en via de gewone kanalen aan de overheid hebben
ter beschikking gesteld, door deze consumptief worden
aangewend en derhalve te algemeenen nutte worden ver
bruikt. Hierover merkt Dr. H. op, dat het een spaarder tof
op zekere hoogte onverschillig kan zijn, of zijn gelden uit
eindelijk in het productieproces dan wel door de overheid
voor consumptieve doeleinden worden aangewend, mits hij
erop kan vertrouwen, dat de overheid inderdaad een wijs,
voorzichtig en zuinig beheer voert, zoodat in feite een nuf-