BENOEMING TOT INSPECTEUR EN TOT 6897 De door ons hierboven geschetste regeling brengt bo vendien mede, dat de credietverleening uitsluitend ge schiedt door de Boerenleenbanken en dat niet de Aan- en Verkoopvereenigingen blanco-crediet gaan geven, zooals in het verleden maar al të vaak is gebeurd tot schade van de Aan- en Verkoopvereenigingen zelf en van hare leden. Voor een gezonde financiering en van de boeren- en tuinders- bedrijven zelf en van de Aan- en Verkoopvereenigingen is het van belang, dat de credietgevende functie wordt uitge oefend door de speciale crediet-insfelling van boer en tuin der, de Boerenleenbank. ADJ.-INSPECTEUR. Met ingang van 1 Januari 1947 is tot Inspecteur der Coö peratieve Centrale Boerenleenbank benoemd de heer A. Bloemers, tot nu toe adj.-lnspecteur. Tot adj.-lnspecteur werden benoemd: met ingang van 1 December 1946: J. H. Claessen; met ingang van 1 Januari 1947: J. Elferink. NOOD-SPAARBOEKJES. Toen in de oorlogsdagen het contact van vele plaatselijke boerenleenbanken met de Centrale Bank verbroken was alsméde toen na de bevrijding de papier-toewijzing nog niet zoodanig was, dat voldoende spaarboekjes konden worden aangemaakt, zijn verschillende boerenleenbanken er noodgedwongen toe moeten overgaan, om nood-spaar boekjes in gebruik te nemen. Daar is gebleken, dat die nood-spaarboekjes bij enkele boerenleenbanken nog steeds in gebruik zijn, verzoeken wij die boerenleenbanken langs dezen weg, om de nood- spaarboekjes in te trekken en te vervangen door de origi- neele spaarboekjes, welke van een confrolenummer voor zien bij de Centrale Bank verkrijgbaar zijn.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1947 | | pagina 15