6840 door de conversieplannen van den Minisfer van Financiën. Welke befeekenis moet daaraan worden toegekend? Wij bespraken zoo juist de gevolgen van de ruim-geld- politiek: de rentestand gaaf dan dalen. En het is dan uiteraard erg aantrekkelijk om het profijt der kunstmatig verkregen lage rente vast te leggen voor een lange reeks van jaren, vooral wanneer men, zooals met den Staat der Nederlanden hef geval is, met een groote schuld zit (tl. 23 milliard). In de toelichting op het wetsontwerp, waarin de Minister van Financiën machtiging vraagt tot conversie van de uitstaande schuld, wordt dan ook medegedeeld, dat het in de bedoe ling ligt tot uitgifte over te gaan van een of meer leeningen met veertig a vijftigjarigen looptijd zonder tusschentijdsche aflossingsverplichtingen, welke leeningen met inachtneming van de ter kapitaalmarkt geldende voorwaarden (lees: over eenkomstig den als gevolg van de ruim-geldpolitiek lagen rentestand) zullen worden aangeboden. Dit alles is weinig aantrekkelijk. En dan spreken wij nog niet eens over „de stok achter de deur": wie niet meedoet aan de conversie krijgt zijn Staatspapieren afgelost op een, gedurende 5 jaar, geblokkeerde rekening, waarover naar het aanvankelijk ont werp slechts }/20/o rente zal worden vergoed. In de Kamer is tegen deze „strafmaatregel" fel verzef gerezen; het rente percentage, dat over de conversie-rekening zou worden ver goed, wordt veel te laag geacht. Maar kan de Minisfer wel anders, indien algemeen wordt toegegeven, dat aflossing in vrij geld uit het oogpunt van monetaire politiek onmogelijk is, doch anderzijds wordt voorgerekend, dat 5 jaar derving van 2/rente nog wel eens voordeeliger zou kunnen zijn dan veerfig of vijftig jaar met een 3 Staatobligatie vast te zitten, waarvan de koers wel eens tot 80 of 85 zou kunnen dalen? Inmiddels is in de definitieve wet de rente op de conversie-rekening verhoogd tof 2j4°/° m®t dien verstande evenwel, dat de Minisfer tegelijkertijd machtiging heeff ge kregen de bedragen op conversie-rekening sfraks te be- qrijpen in een gedwongen leening, waarvan rente en aflos- singsvoorwaarden thans nog onbekend zijn. De beheerders van onze boerenleenbanken komen voor de vraag te staan, wat hun standpunt tegenover deze con versie moet zijn. Het systeem dezer conversie is: wie zwijgt

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1946 | | pagina 5