6855 l
worden gecrediteerd. De reeds eerder genoemde op 21 Juli
1946 in werking getreden Eltde Aanvullingsbeschikking
bracht, behalve voor de aflossing van geldleeningen, ook
voor de aflossing van obligaties eenige verruiming door het
invoeren van de „lossingsrekening". Vanaf dien datum moet
het provenu van een afgeloste obligatie op een aparte, ten
name van den cliënt te openen lossingsrekening worden ge
boekt, naar welke rekening ook mochten worden overge
bracht de bedragen welke, uit hoofde van vroeger plaats
gehad hebbende aflossingen, reeds eerder op speciaal ge
blokkeerde rekening waren geboekt, voorzoover althans de
ze bedragen nog niet voor herbelegging waren gebruikt.
Het verschil met de regeling zooals deze tot dan toe had
gegolden bestond hierin, dat het tegoed van de lossings
rekening mocht worden aangewend niet alleen voor het aan-
koopen van nieuwe stukken maar, mits onder verantwoorde
lijkheid van de Bank, ook voor overboeking haar gewone
geblokkeerde rekening. Door deze overboeking werd be
reikt, dat betalingen waarvoor over gewoon geblokkeerd
tegoed mocht worden beschikt, voortaan ook uit de op
brengst van uitgelote obligaties konden worden gedaan. Om
van deze mogelijkheid tot overboeking naar gewone ga-
blokkeerde, rekening te kunnen profiteeren, moest echter
door den rekeninghouder J4 °/o van hef over te boeken
bedrag aan het Waarborgfonds Rechtsherstel worden afge
staan.
Door de Twaalfde Aanvuilingsbeschikking kwamen wij ook
wat de effectenhandel betreft, een groote stap verder op
den weg der bevrijding van al de knellende banden in het
financieel verkeer. Sedert 15 September 1946, foen deze
nieuwe aanvullingsbeschikking in werking trad, kan n.l. over
het geheele tegoed van de lossingsrekening vrij worden
beschikt, nadat de hierboven bedoelde bijdrage van J4
aan hef Waarborgfonds Rechtsherstel is betaald. Om fiscële
redenen is echter aan den inspecteur van de belastingen de
bevoegdheid verleend zich tegen deze beschikking te ver
zetten, in welk geval het tegoed van de lossingsrekening
ook thans nog geblokkeerd moet blijven. Hetzelfde geldt
indien men reden heeft om aan te nemen, dat het afgeloste
stuk of de bezitter daarvan zelf z.g. „besmet" is uit hoofde