6850 Er worden voorloopige aanslagen opgelegd. Voor zoover deze zijn overeenkomstig de aangifte, kan daartegen niet in bezwaar of beroep worden gegaan. De aanslagen worden ingevorderd in 3 termijnen van 4 maanden, waarvan de eer ste vervalt op den 20sten dag van de maand, volgende op de dagteekening van den aanslag (voor de V.A.B. geldt, dat de aanslag opgelegd met een tarief van 90 terstond in vorderbaar is en overigens in 5 maandelijksche termijnen, waarvan de eerste vervalt op den 20sten dag van de maand, volgende op de dagteekening van den aanslag). De betaling der vermogensheffing kan geschieden met Staatsobligaties en inschrijvingen op het Grootboek tegen een door den Minister vast te stellen koers. De betaling kan ook geschieden met geblokkeerd tegoed, doch echter slechts tot 4 maanden na de dagteekening van den aanslag (voor de V.A.B. is deze termijn gesteld op 2 maanden). Om tegemoet te komen aan eventueele betalingsmoeilijk heden van bedrijven en ondernemingen als gevolg van deze heffing, heeft de Minister toegezegd, dat het in de bedoe ling ligt om bij alle bedrijven, ongeacht den rechtsvorm, waarin het wordt uitgeoefend, het bedrijfsvermogen zooveel mogelijk intact te laten, waartoe de aangewezen oplossing zou zijn, dat de belastingplichtige door een betalingsregeling in staaf wordt gesteld de heffing uit de bedrijfswinst te vol doen. Ernstige oorlogsslachtoffers behoeven volgens minis- teriëele toezegging eerst tot betaling der vermogensheffing over te gaan na het tijdstip, waarop de wettelijke regeling inzake de vergoeding van oorlogsschade is tot stand ge komen. Vermelden wij tenslotte nog, dat alleen binnenlandsche natuurlijke personen en buitenlandsche belastingplichtigen, ongeacht of zij natuurlijke personen of rechtspersonen zijn, aan de vermogensheffing ineens zijn onderworpen. Binnenlandsche rechfspersonen, zooals onze Centrale Bank, Boerenleenbanken, Coöperatieve Aan- en Verkoopvereeni- gingen e.d. vallen niet onder de bepalingen van de vermo gensheffing ineens. In een volgend artikel hopen wij over dit ontwerp van wet een nadere beschouwing te geven.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1946 | | pagina 15