6824
niet op tafel brengen en klopte derhalve bij zijn boeren
leenbank aan. Het bleek echter, dat hij een bedrijf had zoo
klein, dat het twijfelachtig voorkwam ot de last van rente
en aflossing wel kon worden opgebracht. Toen kwam het
probleem aan de orde: ot eenig risico nemen, dan wel
het huisgezin nog langer in zijn deerniswekkende huisves
tingstoestand te doen verblijven.
Gelukkig betrof hef een boerenleenbank met een flinke
reserve; er kon eenig risico worden genomen. Maar ware
hef een andere boerenleenbank geweest met minder finan-
ciëele ruggegraat, waarschijnlijk zou het crediet niet zijn
tot stand gekomen. Natuurlijk blijft in dergelijke gevallen
uiterste voorzichtigheid geboden en moeten zij geheel op
zichzelve worden beschouwd. Het behoud van een gezonde
boerenleenbank moet op den voorgrond blijven staan; ook
de toekomst moet op de boerenleenbank kunnen rekenen.
En er blijft op het stuk van de credietverleening nog ge
noeg te doen, zoodaf het zaak is het profijt van het crediet
tegen redelijke voorwaarden voor alle in aanmerking komen
de gevallen beschikbaar te houden. Maar van den anderen
kant, het Raiffeisenbloed kruipt, waar het nauwelijks gaan
kan; in den nood helpen wij elkaar zoo eenigszins mogelijk.
2. Het gegeven voorbeeld van het crediet, dat een oorlogs
getroffene noodig had om met den herbouw aan den slag
te kunnen, toont ook aan, dat het met de financieële rege
lingen van het Rijk op hef stuk van het herstel der oorlogs
schade nog niet in orde is. Naar wordt vernomen, zou de voor-
schofregeiing voor den boerderijenbouw in zooverre worden
verbeterd, dat voor de kleine bedrijven op de zandgron
den hef renteloos voorschot zou worden verleend tot 100%
van het verschil fusschen Rijksbijdrage en bouwkosten onder
aftrek van de verhoogde gebruikswaarde. Maar daarnaast
blijft de vraag, wanneer wordt de regeling definitief? Wat is
de toekomst van het renteloos voorschot?
In de rijen der oorlogsgetroffenen begint steeds meer be
weging te ontstaan; men is ongerust, dat de financiëele pro
blemen, waarvoor de Minister van Financiën staat, zullen
worden opgelost ten koste van de oorlogsslachtoffers; het
vertrouwen, dat ernst wordt gemaakt met een afdoende
financiëele regeling der oorlogsschade, begint te wankelen.
De getroffenen nemen daarom hun lof in eigen hand; er