6823 Wij zijn langzamerhand de heilzame werking van hef coöperatieve crediefwezen in den landbouw als zoo van zelfsprekend gaan beschouwen en de ontwikkeling van de techniek van ons crediefsysteem is zoodanig op den voor grond gekomen, dat men er nog amper toekomt den geest in herinnering te brengen, die het levenwekkend beginsel van ons werk moet zijn. Ook de omstandigheden ga yen daartoe aanleiding. Al blijft het kosteloos beheer onzer boerenleenbanken een der belangrijkste uiterlijke kenfee- kenen van den waren Raiffeisengeest, waaraan wij nimmer mogen verzaken in dezen vermaterialiseerden tijd mag daaraan nog wel eens bijzonder worden herinnerd toen bet uitleenbedrijf pracfisch tot stilstand kwam en men zijn geld eigenlijk beter en voordeeliger naar de boerenleen bank kon brengen dan waarheen ook, was het boerenleen- bankwerk zoodanig banktechnisch geworden, dat het ge makkelijk kon gebeuren, dat practisch alle aandacht daaraan werd besteed. Dat gaat echter nu langzamerhand weer anders worden. Over de beschikbare geldmiddelen behoeven wij ons nog geen zorgen te maken, alhoewel wij ook wat dat betreft, wel eens voor verrassingen kunnen worden gesteld; de cre- dietvraag begint echter den laafsten tijd zeer merkbaar op te leven en daarbij komen ons vooral uit de geteisterde streken aanvragen onder oogen, die sterk herinneren aan de omstandigheden die indertijd tot de oprichting van boerenleenbanken hebben geleid, toen hef er om ging door credietverstrekking tegen redelijke voorwaarden een zelf standigen boerenstand voor ondergang te behoeden. In hef geval, dat wij op hef oog hebben, leefden wel haast twee jaren na de bevrijding een boerengezin, man, vrouw en vijf kinderen, in een onzer meest geteisterde dorpen nog steeds in een kippenhok. Eindelijk kwamen zij, in dat dorp nog bij de eerste categorie, in aanmerking voor den nieuwbouw hunner boerderij. De kosten van den nieuwbouw bedroegen 22.000,Volgens de thans nog toegepaste voorloopige tinancieringsregeling, moest de inan zelf voor een vierde gedeelte van de bouwkosten zorgen; het Bureau Wederopbouw Boerderijen nam voor- foopig de rest voor zijn rekening; voorwaarden nader te regelen. De man kon echter het bedrag van 5.500,

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1946 | | pagina 8